2. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden
als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnen binnen twee weken na
de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek
tot wraking van één of meerdere adviseurs bij het college indienen.
3. Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde
termijn over een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs.
Werkwijze adviseur of adviescommissie.
Artikel 6.
1Het college stelt aan de adviseur of de adviescommissie alle op de aanvraag betrekking heb
bende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviseur
of van de adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.
2. Het college wijst uit de ambtelijke organisatie één of meer personen aan die de adviseur of de
adviescommissie bij de uitvoering van de adviesopdracht bijstaat.
3. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittin
gen, waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) in
de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advi
sering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van de
gemeente over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Even
tuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel
6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun
standpunt kenbaar te maken.
4. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop de adviseur
of de adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigt de aanvrager voor de
plaatsopneming uit.
5. Ten behoeve van een taxatie van een bij de aanvraag betrokken onroerende zaak, wordt door
de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie met de aanvrager een afspraak gemaakt.
6. Van de in het derde lid bedoelde hoorzitting en van de in het vierde lid bedoelde bezichtiging
wordt door, dan wel onder verantwoordelijkheid van, de adviseur of de voorzitter van de ad
viescommissie een verslag gemaakt, dat onderdeel vormt van het uit te brengen advies.
7. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien
weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de ge
meente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de be
langhebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet. De adviseur of de
voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daar
bij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
8. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede de belanghebbenden als
bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden in de gelegenheid gesteld om
binnen vier weken na de toezending van het concept advies schriftelijk hierop te reageren.
9. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen
vier weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het
college, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.
Pagina 3
RO Procedureregeling voor advisering tegemoetkoming in planschade 2010/3