De raad van de gemeente
gelezen het voorstel van het college van 26 oktober 2010, nummer 4;
gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb
2010, 145 en 146);
overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het
voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar,
het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee
verband houdt;
besluit
vast te stellen
Brandbeveiligingsverordening 2010
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. een inrichting; een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde
plaats voor zover die geen bouwwerk is;
b. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal
of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij
indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in
of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Artikel 2 Verbodsbepaling
1Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college
verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te
houden, voor zover daarin:
a. meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,
b. aan meer dan 5 personen bedrijfsmatig of in het kader van
verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,
c. aan meer dan 5 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 5
lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal
worden verschaft.
2. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met
inachtneming van het gestelde in de artikelen 4 en 5.
3. Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden
verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het
belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond
van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden
gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de
gebruiksvergunning.
4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing.