- één van de ook gehoorde argumenten voor een toevoeging van Terherne aan Skarsterlân is de
opvatting dat Skarsterlân een aantrekkelijker belastingregime kent dan Heerenveen. Wanneer
wij het gemiddelde woonlastenniveau van één- en meerpersoonshuishoudens in beide ge
meenten beschouwen blijkt dat Heerenveen een iets lager woonlastenniveau kent dan Skar-
sterlân. Gelet op het huidige woonlastenniveau van de herindelingspartners van Skarsterlân
durven wij de veronderstelling uit te spreken dat Heerenveen en de toekomstige fusiegemeen
te zich niet wezenlijk zullen onderscheiden;
- de oriëntatie van de inwoners van Terherne is voor zover het betreft met name winkelen en
onderwijs gericht op Joure. Daarbij tekenen wij aan dat, hoe ook Terherne zal worden heringe
deeld, aan die oriëntatie geen afbreuk zal worden gedaan. Wij constateren dat hiermee ook
recht wordt gedaan aan de historische verbondenheid van de kernen Aldeboarn, Akkrum en
Terherne, oorspronkelijk en tot 1984 verenigd in de voormalige gemeente Utingeradeel.
Gelet op ons bovenliggende uitgangspunt: versnippering zoveel mogelijk tegengaan, en onze
daarbij geplaatste kanttekening bereid te zijn daarvan in specifieke situaties af te wijken, komen
wij tot de conclusie dat er onvoldoende aanwijsbare voordelen zijn voor Terherne, die een keuze
voor toedeling daarvan aan Skarsterlân logisch zouden maken. Wij zijn dus van mening dat Ter
herne moet worden toegevoegd aan het grondgebied van Heerenveen en als zodanig ook in de
herindeling moet worden betrokken.
Noordwest naar Leeuwarden.
In dit deel van het grondgebied van Boarnsterhim heeft een kleine meerderheid van de bevolking
van Warten zich uitgesproken voor aansluiting bij Tytsjerksteradiel, indien de Alde Feanen aan die
gemeente zou worden toegevoegd. In het gebied van de drie W- dorpen hebben velen zich uitge
sproken voor het bij elkaar houden van deze dorpen in één nieuwe bestuurlijke eenheid: de ge
meente Leeuwarden. Ook op grond van andere overwegingen (sociaal economische relaties, zorg
en onderwijs) vinden wij het niet logisch de voorkeur van de kleine meerderheid te volgen. Bo
vendien zijn wij van mening dat er anders dan geldt voor Earnewâld in feite geen sprake is van
een vergelijkbare relatie met de Alde Feanen.
Conclusie:
Op grond van voorgaande overwegingen komen wij tot de conclusie dat
het zuidoostelijke deel (gebiedsdeel ten zuiden van het Prinses Margrietkanaal) van het grond
gebied van Boarnsterhim moet worden toegevoegd aan het grondgebied van Heerenveen;
het noordwestelijke deel (het gebied ten noorden van het Prinses Margrietkanaal, met inbegrip
van De Burd) van het grondgebied moet worden toegevoegd aan Leeuwarden, behoudens:
de Alde Feanen, dat moet worden toegevoegd aan Tytsjerksteradiel.
Proces
In het informerend raadsvoorstel en aanvullend memo voor uw vergadering van 6 juli hebben wij
u op de hoogte gesteld van onze visie met betrekking tot de inrichting van het verdere besluit
vormingstraject ten aanzien van de herindeling van Boarnsterhim. Bij bericht d.d. 16 augustus jl.
heeft de griffier na overleg met de voorzitter en de secretaris van ons college uw raad op de
hoogte gesteld van een mogelijke nadere uitwerking. Dit bericht is gevolgd door een memo van
de griffier d.d. 23 augustus jl. Daarbij worden de fractievoorzitters nog enige vragen voorgelegd
ten behoeve van de verdere uitlijning van het proces tot aan de besluitvorming door uw raad in
november. Daarin speelt een belangrijke rol de datum van 1 december 2010: het tijdstip, waarop
het Rijk inzicht moet hebben gegeven in zijn wijze van kijken naar de financiële situatie van onze
gemeente: de vaststelling van het relevant tekort. Voor de herindelingspartners is het van het
grootste belang zicht te krijgen op de financiële situatie van Boarnsterhim. Het halen van dit tijd
stip is dus in hoge mate bepalend voor de voortgang.
Naast de datum van 1 december 2010 is natuurlijk ook het beoogde tijdstip van herindeling een
belangrijke datum. Nadat wij eerder reeds hebben aangegeven dat het onzes inziens niet mogelijk
lijkt tot een herindeling te komen op het tijdstip van 1 januari 2013, wij hebben betoogd, dat het
Pagina 7
2 01 Besl. BW 5 okt. rdsvst. herindeling 9 nov def /bsgh/7