2.3 Provinciale context
De tendens van schaalvergroting is niet nieuw in Fryslân. Reeds in 1984 is onder regie van de provincie de
bestuurlijke inrichting van de provincie ingrijpend gewijzigd met het doorvoeren van een aantal
herindelingen. De gemeente Boamsterhim is daarvan het directe resultaat.
Het bestuurlijk landschap van de provincie Frysiân wijzigt de komende periode: de nieuwe gemeente
Súdwest-Fryslân is per 201 lvan start gegaan. De raad van Boamsterhim heeft het voornemen om tot
herindeling van zijn gemeente te komen uitgesproken. De gemeenten Skarsterlân, Lemsterland en
Gaasterlân-Sleat hebben het voornemen tot fusie. In Midden- en Noord-Fryslân oriënteren gemeenten zich
op hun omgeving.
In de provinciale notitie 'Taakbewust Toekomstbestendig' (2009) wordt de kwaliteit van het lokaal bestuur
onderkend als een provinciale verantwoordelijkheid. Het uitgangspunt is dat initiatieven van onderop
moeten komen. Eventuele herindelingen moeten leiden tot een herkenbare en duurzame versterking van het
Friese openbaar bestuur. In de notitie wordt specifieke aandacht gegeven aan gevallen waarin wordt
gekozen voor het opsplitsen van een gemeente. Voorkomen moet worden dat een gebiedsdeel van de te
splitsen gemeente in bestuurlijke zin ontheemd raakt. In het geval van splitsing van een gemeente of
gemeenten zal er tegelijkertijd een oplossing moeten worden gevonden voor alle gebiedsdelen.
In december 2010 geeft de provincie opdracht aan De Commissie van Wijzen om te komen tot een
gemotiveerde visie op de toekomstige gewenste bestuurlijke indeling van Fryslân. In het advies 'Meer
burger, minder bestuur' (2011) concludeert de Commissie van Wijzen dat zij, gezien de trends ten aanzien
van burgers en decentralisatie, 'schaalvergroting onontkoombaar acht om te geraken tot een
toekomstbestendige lokaal-bestuurlijke inrichting'.
De betrokken gemeenten zijn van mening dat voor de bestuurskracht in de noordelijke provincies zelf en
voor versterking van de bestuurskracht in regionaal en landelijk perspectief versteviging van de grotere
Friese stadscentra nodig is. Zo worden krachtige gesprekspartners op regionaal, landelijk en Europees
niveau gecreëerd. De versteviging van de grote Friese centra is ook van belang om het nodige draagvlak te
behouden voor allerlei grootstedelijke en plattelandsvoorzieningen en economische en culturele activiteiten
in Fryslân.
2.4 Motieven voor de opsplitsing van Boamsterhim
De gemeente Boamsterhim heeft op 15 december 2009 uitgesproken het niet wenselijk te achten
zelfstandig te blijven voortbestaan. Het behoud van zelfstandigheid is geen realistisch alternatief omdat
middelen en bestuurskracht niet toereikend zijn om op eigen kracht de opgaven van het gebied het hoofd te
bieden. De raad van Boamsterhim is tot die conclusie gekomen overwegende een viertal hoofdargumenten:
- als eerste de financiële situatie van Boamsterhim. In 2008 kwam Boamsterhim onder preventief toezicht
van de provincie, voor 2010 is door Boamsterhim een artikel 12-aanvraag ingediend. De begroting 2010
sloot met een tekort van 15,3 miljoen waarvan 3,4 miljoen structureel en 11,9 miljoen incidenteel.
Ook de meeijarenraming vertoont aanmerkelijke tekorten
- dit hangt nauw samen met het tweede argument, dat zich concentreert op de voorzieningen. Om in
zelfstandigheid tot een financieel gezonde huishouding te geraken verlangt het Rijk van de gemeente dat
inkomsten en uitgaven weer een duurzaam evenwicht vertonen. Inkomsten moeten gemaximaliseerd
worden en uitgaven geminimaliseerd. De combinatie van een hoog lastenniveau en een, ten opzichte van
de huidige situatie, versoberd voorzieningenniveau achtte de raad van Boamsterhim voor zijn burgers en
bedrijfsleven niet aanvaardbaar
22