onaangetast. Niettemin leidt de wijziging van de begrippen met betrekking tot de bijstandssubjecten en de invoering van de huishoudtoets ertoe dat een beleidsmatige en wetstechnische heroverweging van het toeslagen- en verlagingenbeleid op zijn plaats is. De beleidsmatige heroverweging kan evenwel ook op een later tijdstip plaatsvinden en mocht de onverkorte toepassing van het toeslagen- en verlagingenbeleid vanaf 1 januari 2012 in bepaalde gevallen onredelijke uitkomsten geven, dan kan altijd, individualiserend, een hogere toeslag worden verleend of afgezien van verlaging4. Wat wel wijzigt is de doelgroep: door intrekken van de WIJ vallen jongeren voortaan onder de Toeslagenverordening WWB. Zie onderdeel D. Onderdelen A en B De onderdelen A en B zijn reeds toegelicht in het algemene deel. Onderdeel C In verordeningen van een aantal gemeenten wordt voor het bepalen van de hoogte van de toeslag verwezen naar de norm, bedoeld in (artikelnummer). Omdat de wetswijziging ook leidt tot een herpositionering van de normen in de WWB, is voorzien in een gelijkstellingsbepaling, zodat ondubbelzinnig duidelijk is welke norm bedoeld wordt. Onderdeel D Dit onderdeel ziet specifiek op de gevolgen van de intrekking van de WIJ. Voor jongeren geldt dat op grond van de WIJ genomen besluiten gelden als besluiten genomen op grond van de WWB. Dat treft tevens de toeslagen en verlagingen die binnen het kader van de WIJ zijn genomen. Deze worden vanaf 1 januari 2012 eveneens geacht ten titel van de WWB te zijn genomen. Voor de eerder vastgestelde toeslagen en verlagingen op grond van de WIJ is geen specifiek overgangsrecht bepaald. De Toeslagenverordening WWB geldt vanaf 1 januari 2012 ook voor jongeren, ten minste, als dit in de doelgroepomschrijving adequaat tot uitdrukking wordt gebracht. In het eerste lid is dit vastgelegd. Bij invoering van de WIJ is artikel 29 WWB, dat regelde dat voor 21- en 22-jarigen de toeslag kon worden verlaagd, vervallen. De betreffende bepaling werd opgenomen in de WIJ. Bij de wetswijziging wordt de klok weer teruggedraaid en artikel 29 WWB weer gereactiveerd. Dat betekent ook dat als de gemeente ervoor gekozen heeft om voor 21- en 22-jarigen in de Toeslagenverordening WWB een lagere toeslag toe te kennen, dit nu geregeld moet worden. Onderdeel D voorziet daarin. Artikel 3. De afstemmings- en fraudeverordening WWB Onderdelen A en B De onderdelen A en B zijn reeds toegelicht in het algemene deel. Onderdeel C De wetswijziging creëert enkele nieuwe wettelijke verplichtingen: de verplichting5; de verplichting om naar vermogen opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten6; de verplichting voor jongeren om een aanvraag niet eerder in te dienen dan vier weken na melding7. De verplichting om gedurende deze 'wachttijd' te zoeken naar mogelijkheden voor werk of scholing8 Om gedragingen die een schending vormen van deze verplichtingen te kunnen sanctioneren, is het in ieder geval voor de tweede en derde verplichting noodzakelijk om deze in de verordening te benoemen. De eerste en vierde verplichtingen kunnen ook onder één van de reeds in de verordening benoemde categorieën gebracht kunnen worden. Voor het zoeken van scholing geldt dat dit niet, maar die verplichting treedt pas 1 juli 2012 in werking. Voor de duidelijkheid is in onderdeel C opgenomen dat het niet meewerken aan het 4 Artikel 18, eerste lid WWB blijft te allen tijde als 'slot op de deur' de norm waaraan bijstandverlening moet worden getoetst en kan aanleiding geven tot het afwijkend vaststellen van bijstand 5 Art. 9, eerste lid, onderdeel b WWB 6 Art. 9, eerste lid, onderdeel c WWB 7 Art. 41vierde lid WWB 8 Art. 43, vierde lid WWB Raadsbesluit tijdelijke regels aanscherping WWB 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 136