Ik kan mij herinneren dat ik een keer een gesprek heb gehad met [voormalig wethouder mevrouw J.B over het betreffende raadsvoorstel. Zij ging op dat moment akkoord met behandeling van het voorstel in het toenmalige college Zij verklaart verder: "In dit raadsvoorstel was ik vergeten om in te gaan op woningbouwcontingent. Dit kwam vanwege het leit dat ik net werkzaam was voor de gemeente en ik nog niet wist dat in het stadium van een standpuntbepaling al contingent moest worden gereserveerd. In mijn herinnering heeft de raadscommissie nog vragen gesteld over ol er wel contingent beschikbaar was, voorafgaand aan de raadsbehandeling. Mijn collega van Volkshuisvesting, [naam], is vervolgens met de oplossing gekomen om de drie woningen 'te halen' uit de zogenoemde knelpuntenpot. Momenteel zijn de drie woningen nog niet gerealiseerd. Ik verwacht dat zodra dit gebeurd is, het aantal woningen afgerekend wordt met het verkregen woningbouwcontingent van de provincie. Over het zogenoemde 'knelpuntenpot' verklaart de specialist Ruimtelijke Ordening, mevrouw A.B.: "De bestuurlijke afspraak zoals schriftelijk vastgelegd door de provincie (brief d.d. 9 maart 2006) is de zogenaamde knelpuntenpot. Deze term staat niet letterlijk in de brief vermeld, maar op de 'werkvloer' stond dit extra contingent voor incidentele woningbouwinitiatieven bekend als de 'knelpuntenpot'. De aanleiding voor het bestuurlijk overleg op 9 februari 2006 is bij mij niet bekend. 6.7 Overdracht dossier Eagum na aftreden mevrouw J.B. als wethouder RO D.d. 11 april 2006 treedt mevrouw J.B. af als wethouder van de gemeente Boarnsterhim. Haar opvolger, in deze rapportage aangeduid als 'voormalig wethouder RO (2006-2009) mevrouw krijgt onder meer het dossier 'Eagum' in haar portefeuille. In deze deelparagraaf wordt ingegaan op de overdacht van het dossier Eagum en de behandeling van het voornoemd raadsvoorstel in de raad d.d. 9 mei 2006. Het voorstel is d.d. 25 april 2006 in de raadscommissie behandeld. Over de overdracht van het dossier Eagum verklaart voormalig wethouder RO (2006-2009) mevrouw M.M.: "Toen ik wethouder werd in 2006, was er geen overdrachtsdossier. Er lag een aantal stapels dossiers, maar dat was het. De voormalig wethouder RO (2006-2009) mevrouw M.M. geeft aan dat de doelstelling van het toenmalige college was om projecten uit voorgaande raadsperiodes af te ronden. Dit gold volgens haar ook voor het project te Eagum. Zij vertelt dat de provincie Friesland een van haar speerpunten richtte op recreatie en dat het project in dit provinciale beleid paste. De voormalig wethouder RO (2006-2009) mevrouw M.M. geeft aan dat daarom gesproken is over een 'kwaliteitsarrangement'. D.d. 25 april 2006 vindt de behandeling plaats van het principeverzoek d.d. 28 maart 2006 in de raadscommissie WWR. Blijkens het verslag van deze raadscommissievergadering is er enige onduidelijkheid over procedurele aspecten van het plan en wordt het voorstel als een A-stuk naar de raad gestuurd. D.d. 9 mei 2006 besluit de raad om het voorstel, zoals dat verwoord is door het college in een voorstel voor de raad d.d. 28 maart 2006, aan te nemen. Op het raadsvoorstel voor de behandeling d.d. 9 mei 2006 staat voormalig wethouder RO (2006-2009) mevrouw M.M. als portefeuillehouder. De voormalig wethouder RO (2006-2009) mevrouw M.M. vertelt over het raadsvoorstel d.d. 9 mei 2006: Rapportage Gemeente Boarnsterhim 17 november 2011 20

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 226