7. Eventueel belang bij het project te Eagum "Dit principeverzoek was in maart 2006 al geheel voorbereid door [voormalig wethouder mevrouw J.B en al aan bod gekomen in de raadscommissievergadering WWR van 25 april 2006. Over het principeverzoek is nooit discussie geweest in deze commissie. Ik ben op 11 april 2006 geïnstalleerd en had reeds een vakantie gepland voor eind april. Collega wethouder D. v.d. M. heeft mij toen vervangen. Er was geen nog geen tijd geweest om mij te verdiepen in de dossiers. Blijkens een mededeling voor de raadscommissie WWR d.d. 6 juni 2006, is er in de commissievergadering d.d. 25 april 2006 bij de behandeling van het principeverzoek gevraagd om nadere informatie over extra contingenten voor het realiseren van het kwaliteitsarrangement Eagum. De nadere informatie, zoals die verstrekt is voor de raadscommissie d.d. 6 juni 2006, bestaat uit de brief van de Provincie Friesland, d.d. 28 lebruari 2006 (ontvangstdatum d.d. 9 maart 2006), met betrekking tot de bestuurlijke afspraken over woningbouw Voorts staat in de betreffende mededeling aan de raadscommissie vermeld: 'Zoals u kunt lezen in de bijgesloten brief van de provincie heeft op 9 februari 2006 bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen [voormalig wethouder mevrouw J.B.] en gedeputeerde mevrouw A. In dat gesprek is afgesproken dat de gemeente de gelegenheid krijgt om extra contingent in te zetten om incidentele woningbouwinitiatieven, waaronder het kwaliteitsarrangement Eagum, mogelijk te maken. Aangezien het kwaliteitsarrangement Eagum voldoet aan de voorwaarden die gesteld zijn aan deze extra "bewegingsruimte", kunnen de drie woningen die deel uit maken van het kwaliteitsarrangement op grond van deze bestuurlijke afspraken worden gerealiseerd. Voorgaande mededeling aan de raadscommissie zou kunnen suggereren dat het kwaliteitsarrangement Eagum expliciet onderdeel van de afspraken over extra contingent is. Dat blijkt evenwel niet uit de bijgevoegde brief van de provincie. In die brief zijn geen concrete locaties genoemd. Wij hebben enkele oud-bestuurders gevraagd naar de wooncontingenten. Op de vraag of hij zich kan herinneren dat het extra wooncontingent als argument is gebruikt voor het realiseren van 3 woningen te Eagum, verklaart voormalig wethouder Grondbedrijf de heer H.J. dat hij zich dat niet meer kan herinneren Over de locatie Eagum vertelt de voormalig burgemeester de heer Y.D.: "Van meet af aan was het duidelijk dat Eagum geen extra woningcontingent toegekend zou krijgen. De woningcontingenten die jaarlijks verdeeld werden, werden toegekend aan de grotere dorpen. Eagum was dermate klein, dat het nooit in aanmerking zou komen voor een extra woningcontingent. Over het besluit van de gemeenteraad in 2006 om drie extra woningen toe te kennen aan Eagum, reageert de voormalig burgemeester de heer Y.D. (die in 2006 geen burgemeester van Boarnsterhim meer was): "Opmerkelijk, is de raad hiermee akkoord gegaan?" De grond te Eagum die in dit onderzoek relevant is, kent de kadastrale aanduidingen E 338 (81 a, 25 ca), E 355 (17 a, 70 ca), E 340 en 341 (beiden deels). In de volgende twee paragrafen wordt ingegaan op de verkooptransacties en eigendomposities van de betreffende grond te Eagum. Hierbij zal met name aandacht worden besteed aan de eventuele belangen van voormalig wethouder mevrouw J.B. en/of haar familieleden bij de ontwikkeling van de gronden te Eagum. Rapportage Gemeente Boarnsterhim 17 november 2011 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 227