Het historische Grou is nog herkenbaar in de huidige ruimtelijke structuur van het compacte en fijnmazige dorpsbeeld en de 'afleesbaarheid' van de gebouwfuncties. Het Noordelijk Waterfront met de Hellingshaven, Minne Finne, de steegjes en compacte straten, steigers en een fijnmazige gebouwstructuur, geldt als een beeldbepalende inleiding tot het centrumgebied vanaf het water. Ook wordt samenhang met de historische dorpskern en de ontwikkelingen aan het Waterfront (Volmaweg en Hellingshaven) gevonden door: het versterken van het weefsel van stegen en straten, openbare oevers en steigers, groene hoven en stoeptuinen, zorgvuldige overgangen in gebouwhoogtes, zadeldaken, een verbin dende plint en een verbindende materialisatie. 4. Beoordeling plan door diverse partijen Er overleg geweest met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) op 7 oktober 2010. Deze zijn tot de conclusie gekomen dat het voorliggend bestemmingsplan het beschermd dorpsgezicht niet aantast. De huidige zichtlijnen blijven grotendeels bestaan. Voorts kon de RCE zich vinden in het idee om op de markante locaties in Grou, zoals de Volmaweg, hoogte-accenten aan te brengen. Na vaststelling van het bestemmingsplan zal het plan weer aan de RCE (en andere officiële instanties) worden toegezonden ter beoordeling. Binnen 6 weken dienen ze dan een formele reactie op het gewijzigde plan te geven. Deze reactie is bindend, het plan dient hier aan te voldoen. Er is vooroverleg geweest met de Rayon-architect van Hüs en Hiem (25-11-2008) over de Stedebouwkundige randvoorwaarden en Welstandsrichtlijnen zoals verwoord in het document "Aanvullende ontwikkelingsmoge lijkheden Volmaweg Grou" om te bezien of er sprake is van een werkbaar en toetsbaar document. De naar aanleiding van dit vooroverleg gemaakte opmerkingen zijn verwerkt in het document. Deze aangepaste versie heeft vervolgens met het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen. 5. Zienswijzen zijn zorgvuldig getoetst en beoordeeld Er zijn in totaal 23 zienswijzen ingediend. Inhoudelijk betreft het hier echter 7 verschillende zienswijzen. De ingediende zienswijzen zijn zorgvuldig getoetst en beoordeeld en er heeft een gedegen belangafweging plaatsgevonden. Naar aanleiding van de zienswijzen is de maximale hoogte van het appartementengebouw van 14 meter aflopend naar maximaal 11,5 meter teruggebracht naar maximaal 12 meter aflopend naar 11 meter. Ook is het bouwvlak van het appartementengebouw wat meer rechtgetrokken. Door deze aanpassingen wordt de massaliteit van het kopgebouw minder. Ook is het ontwerp van de woningen en kopgebouw zoals weergegeven in het ontwerpbestemmingsplan dat ter inzage heeft gelegen, niet gehandhaafd. Initiatiefnemer zal een nieuw ontwerp laten maken. De 'Antwoordnota Zienswijzen' is als aparte bijlage beschikbaar. 6. Parkeren voldoet aan de normen Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe ontwikkeling, namelijk de realisatie van nieuwe woningen en appartementen en de vervanging van bestaande detailhandel. Voor de extra parkeerplaatsen die benodigd zijn als gevolg van deze ontwikkeling is in het plangebied ruimte gereserveerd. Als gevolg van het bestem mingsplan kan uitgegaan worden van een aantal benodigde parkeerplaatsen van 29,5 (19,5 voor de woningen en 10 voor de detailhandel). Deze aantallen zijn gebaseerd op de richtlijnen die het CROW heeft weergegeven in de publicatie "ASW2004, aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom". Het bouwplan voorziet in 24 parkeerplaatsen, waaronder 4 in-pandige. Voor de overige plekken geldt dat hiervoor de reeds bestaande parkeerplekken op de parkeerplaats aan de Gedempte Haven kunnen worden ge bruikt. Deze parkeerplaats aan de Gedempte Haven blijft bestaan. Aangezien er In de huidige situatie ook al een winkel was gevestigd op de locatie van het kopgebouw die gebruik maakte van de paarkeerplaatsen aan de Gedempte Haven, ontstaat er dan ook geen toename van de parkeerdruk door de detailhandel. Het plan voorziet in de eigen parkeerbehoefte. De parkeerdruk neemt niet toe en niet af. 7. Exploitatieplan cq. anterieure overeenkomst Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van in totaal 15 woningen/appartementen. Dit valt onder de bouw plannen zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. In de Wro is opgenomen dat voor dergelijke bouwplannen, in ver band met het kostenverhaal van de gemeente, een exploitatieplan opgesteld dient te worden. Deze verplich ting vervalt indien het kostenverhaal op een andere wijze is verzekerd en het stellen van nadere eisen en re gels niet noodzakelijk wordt geacht. Het gaat dan met name om de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van het project, zoals kosten van aanleg en/of het verleggen van civiele werken, infrastructuur en waterlo pen. Aangezien er een overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer wordt opgesteld, waarin het kostenver haal geregeld wordt en het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is, vervalt de verplichting om een exploitatieplan op te stellen. Tijdens de doorlooptijd van de bestemmingsplanprocedure zijn de overeen komsten opgesteld. Op het moment dat het bestemmingsplan ter vaststelling op de agenda van de gemeente- 4/6 Pagina 4 3 02 Rv vaststelling Volmaweg.doc/4

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2012 | | pagina 14