2012, met vervolgens een jaarlijkse afbouw van het uitkeringsbestand van 10.
Hoewel er op dit moment geen goede toekomstprognoses te maken zijn, wordt voorgesteld om als raming uit
te gaan van optie 3; een gelijke afbouw van het uitkeringsbestand van 260 in 2012 aflopend naar 220 in 2016.
Een en ander resulteert in een nadeel van 530.000 voor het begrotingsjaar 2012 aflopend naar 205.000 in
2016.
Voor bekostiging van onder andere de gemeentelijke uitvoeringskosten ontvangen we een algemene uitkering
uit het Gemeentefonds. Hierbij is bepalend het uitkeringsbestand op peildatum 1 januari. De ervaring leert
dat het effect van de toename pas 'verzilverd' gaat worden in november/december 2012. Momenteel worden
we voor 211 uitkeringsontvangers gecompenseerd. Stand op 1 januari 2012 was 240, per saldo bestaat er nog
recht op een uitkering van 29 x 5.000 is 145.000. Voorgesteld wordt 145.000 op te plussen bij de bij
drage van het Rijk in het kader van de uitkering uit het gemeentefonds. (Het effect hiervan wordt meegeno
men bij punt 4).
2. Participatiebudget
Binnen het participatiebudget vindt met name bij het onderdeel Re-integratie in 2012 een forse verlaging van
het rijksbudget plaats, ten gevolge van Rijksbezuinigingen. Ten opzichte van het oorspronkelijk geraamde be
drag van 800.000, staat een werkelijke bijdrage van 491.923.Dit bedrag is pas na het opstellen van de Be
groting 2012 bekend geworden. Het betekent een nadeel in de inkomsten van 308.077.
Dit heeft behoorlijke consequenties voor de uitvoering van re-integratieactiviteiten in 2012 en betekent dat
er - naast de reeds aangegane verplichtingen - weinig tot geen extra activiteiten in het kader van re-
integratie kunnen plaatsvinden. Daarnaast zijn er in 2012 geen middelen beschikbaar om premies in het kader
van de re-integratieverordening te verstrekken. De uitgaven worden daarmee aangepast aan de inkomsten.
De gemeente zal daarom onder meer stoppen met het instrument "premies" (met uitzondering van de reeds
toegezegde premie in het kader van het 60+ project).
Bij de uitgaven worden vervolgens de volgende bedragen opgenomen: 252.000 scholing en activering,
230.000 loonkostensubsidies en 50.000 kinderopvang doelgroepen. De uitgavenkant wordt vervolgens afge-
raamd met 258.000. Effectief levert dit een nadeel van 50.000 op. Dit wordt mede veroorzaakt door het
feit dat 50.000 kinderopvang doelgroepen uit de begroting 2012 niet ten laste van het participatiebudget
gebracht kan worden1.
3. Leerlingenvervoer
In de begroting voor 2012 staat voor leerlingenvervoer een bedrag van 221.300 opgenomen. Naar aanleiding
van de aanbesteding leerlingenvervoer was voor het jaar 2011 het begrotingsbedrag incidenteel verhoogd naar
259.882 (op basis van de leerlingenaantallen schooljaar 2010/2011). In de najaarsnota 2011 is verzuimd
melding te maken van de financiële gevolgen voor 2012 op grond van het geprognotiseerde aantal leerlingen
schooljaar 2011/2012. Met deze bijstelling op de begroting wordt dit hersteld.
Inmiddels is door wijziging van de noodzakelijk te verrijden ritten het aantal kilometers van het vervoerscon-
tract groter geworden en zijn de tarieven 2012 conform het vervoerscontract bijgesteld aan de hand van de
NEA-prijsindex. De NEA-prijsindex bedraagt voor 2012 5,8 Doorgaans is de NEA-prijsindex hoger (vervoers
kosten) dan de reguliere inflatie.
Wij stellen voor het budget in 2012 voor leerlingenvervoer structureel te verhogen naar 305.300. Dit is in to
taal een nadeel van 84.000. In meerjarig perspectief wordt voorgesteld een stijgingspercentage mee te
nemen van 5%.
Stijging
Totaal
2012
221.300
84.000
305.300
2013
305.300
15.265
320.565
2014
320.565
16.028
336.593
2015
336.593
16.830
353.423
2016
353.423
17.671
371.094
1 In de primitieve begroting 2012 zijn de budgetten in het kader van re-integratie opgenomen. De uitgaven
worden volledig gecompenseerd door het geprognotiseerde rijksbudget. Binnen het totale re-integratiebudget
is ten onrechte een budget voor kinderopvang doelgroepen meegenomen.
2/7
3 04 Bijstelling programmabegroting 2012 .doc/2