Herdenkingen.
Artikel 5.
1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraaf
plaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en
uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.
2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de
orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Opgravingen en ruimen.
Artikel 6.
Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere
personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.
Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf.
Artikel 7.
1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan
uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of
verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de
toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft ge
geven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de be
heerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
2. Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam iden-
titeitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie
van de begraafplaats.
3. Het openen van een graf ter begraving en het daarna sluiten van een graf mag uitsluitend ge
schieden door personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de be
heerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder ge
heel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de
voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De
zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werk
zaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
4. Een te openen graf wordt niet dieper gegraven dan tot het grond waterpeil.
Kist, lijkomhulsel en grafgiften.
Artikel 8.
De kist, het lijkomhulsel en de grafgiften moeten voldoen aan de door het bestuursorgaan gestelde
voorwaarden.
3 02 Verordening Beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaatsen 15 mei 2012.doc/3