2. De gemeente is niet verantwoordelijk voor urnenmuren op de gemeentelijke begraafplaatsen die
geen eigendom zijn van de gemeente. Schade aan deze urnenmuren, als gevolg van brand, vorst,
storm, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende
oorzaken is voor rekening van de rechthebbende.
3. De rechthebbende is verplicht de - door welke omstandigheden ook - aan een grafbedekking of
beplanting toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zo
danig is dat deze naar oordeel van het bestuursorgaan het uiterlijk aanzien van de begraafplaats
schaadt.
4. Indien door een ondeugdelijk geworden constructie een situatie is ontstaan die gevaar oplevert
voor het omvallen of inzakken van een grafbedekking of grafkelder kan het bestuursorgaan di
rect maatregelen treffen.
5. Indien binnen twee maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft
plaatsgevonden, is het bestuursorgaan bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de grafbe
dekkingen of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aanspra
kelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het bestuursorgaan tot herstel of vernieuwing
op kosten van de rechthebbende over te gaan.
Einde van de grafrechten.
Artikel 26.
1De grafrechten vervallen:
a. door het verlopen van de termijn;
b. indien de rechthebbende of gebruiker afstand doet van het recht;
c. indien de betreffende begraafplaats wordt opgeheven;
d. indien de grafrechten niet op naam van een rechthebbende staan.
2. Het bestuursorgaan kan de grafrechten vervallen verklaren:
a. indien het bepaalde in het eerste lid van toepassing is;
b. indien de betaling van het gebruiksrecht en/of de onderhoudskosten ten behoeve van de ves-|
tiging of een verlenging van het grafrecht - ondanks een aanmaning - niet binnen 12 weken na
aanvang van die termijn is geschied;
c. indien de rechthebbende - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze
verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
d. indien de rechthebbende van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is over
geschreven.
3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en in het tweede lid, vindt geen
terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdra
gen of eventuele andere kosten.
4. Onverminderd het bepaalde in voorgaande leden is de rechthebbende of degene die opdracht
heeft gegeven een grafrecht te vestigen of andere diensten te verrichten, een uitvaartverzorger
inbegrepen, bij niet (tijdige) betaling van kosten die verband houden met werkzaamheden of
diensten in verband met lijkbezorging, zonder dat nadere ingebrekestelling is vereist, in gebre
ke. Het bestuursorgaan is alsdan gerechtigd om vanaf de factuurdatum aan de rechthebbende in
rekening te brengen:
Pagina 10
3 02 Verordening Beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaatsen 15 mei 2012.doc/10