20
c. Deze groep is in principe in staat zelfstandig een baan te vinden en hoeft in principe niet van
extra (financiële) middelen voorzien te worden.
d. Indien nodig ontvangen bijstandsgerechtigden kortdurende ondersteuning gericht op
zelfstandige arbeidsinschakeling.
4. Overigen
Er is ook een groep uitkeringsgerechtigden die buiten de bovengenoemde categorieën vallen,
omdat ze bijvoorbeeld formeel gezien wel over arbeidscapaciteit beschikken, maar in praktijk
onvoldoende capaciteit hebben om zich richting de arbeidsmarkt te bevinden. De gemeenten zullen
zoeken naar eventuele trajecten of middelen om met deze uitkeringsgerechtigden aan de slag te
gaan.
Bij de inzet van het Werkdeel geven gemeenten prioriteit aan uitkeringsgerechtigden met een
gemeentelijke uitkering, die over voldoende arbeidspotentie, groeipotentie en ambitie beschikken. Dit
betekent dat in praktijk de meeste middelen ingezet worden op de groep met een arbeidscapaciteit
tussen de 20% en 80% om hun verdiencapaciteit maximaal te benutten en ze vervolgens uit de bijstand
te laten stromen. Verder blijft er een sterke focus op jongeren om te voorkomen dat deze mensen
langdurig in de uitkeringssituatie belanden.