Tijdbestedingsnorm
De fractievoorzitters stellen voor de tijdbestedingsnorm voor de functie op 0.8 te bepalen, gelijk
aan die van de beide andere wethouders.
Benoeming
De benoeming van de wethouder geschiedt in een schriftelijke (geheime) stemming (artikel 31,
Gemeentewet).
Alvorens tot stemming over de benoeming wordt overgegaan, stelt de raad een Commissie in,
bestaande uit drie raadsleden, die de geloofsbrieven van de kandidaat onderzoekt (conform artikel
7, Reglement van orde van de raad). Deze commissie beoordeelt aan de hand van stukken o.a.
de lijst met nevenfuncties, of er belemmeringen zijn voor het wethouderschap,
doet verslag aan de raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit.
De burgemeester stelt een stembureau in, dat verantwoordelijk is voor het volgen van de juiste
procedure bij de stemming (artikel 30, Reglement van orde van de raad).
De raadsleden schrijven op de stembiljetten die uitgedeeld worden de naam van degene die zij tot
wethouder willen benoemen.
Het stembureau maakt de uitslag van de stemming bekend.
Vervolgens verzoekt de burgemeester aan de benoemde of hij de benoeming aanvaardt en met
ingang van welke datum.
Kandidaatwethouder Scheweer heeft aangegeven zijn benoeming te aanvaarden met ingang van
1 oktober 201 2.
Vervolgens legt de benoemde wethouder in de vergadering van de raad de zuiveringseed af in
handen van de burgemeester (artikel 41 a, Gemeentewet).
Woonplaatsvereiste
De Gemeentewet bepaalt in artikel 36a dat voor het wethouderschap dezelfde vereisten gelden
als voor het lidmaatschap van de raad, waaronder het vereiste om in de gemeente te wonen. Lid
2 van dit artikel maakt het mogelijk dat de raad voor de duur van een jaar ontheffing kan verle
nen van het vereiste van het ingezetenschap. De ontheffing kan in bijzondere gevallen telkens
met een periode van maximaal een jaar verlengd worden.
De beslissing op de vraag of in een concrete situatie aanleiding is voor een ontheffing berust bij
de gemeenteraad. De wetgever heeft daarvoor geen criteria vastgelegd en laat dit bewust aan
het oordeel van de raad over.
De raad vindt dat redelijkerwijs geen verplichting tot verhuizing opgelegd kan worden voor de
korte periode (minder dan 16 maanden) dat de heer Scheweer als wethouder zal fungeren tot de
opheffing van de gemeente Boarnsterhim per 1 januari 2014.
De raad zal uiterlijk binnen een jaar opnieuw een besluit nemen over het woonplaatsvereiste,
waarbij de intentie is deze wederom te verlenen voor de dan resterende maanden van het be
staan van de gemeente Boarnsterhim.
Communicatie:
Aandacht voor benoeming via Op 'e Hichte, de website, intranet, bericht aan alle gemeentebestu
ren, de cdK, de VFG en door uitgifte van een persbericht.
4 01 Raadsvoorstel benoeming wethouder.doc/grif/2