gedwongen worden voor de resterende gevallen (onder voorwaarden) een persoonsgebonden beschikking af te geven. Wij zijn altijd zeer kritisch geweest over dit wetsvoorstel. Hoofdredenen hiervoor zijn dat het wetsvoorstel disproportioneel is, gemeenten met behulp van het huidige wettelijke instrumentarium goede voortgang boeken met het oplossen van het probleem en het wetsvoorstel een onnodige inperking is van de gemeentelijke autonomie. De Tweede Kamer heeft dit wetsvoorstel desondanks aangenomen. Voor de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer op 1 november jl., hebben wij de minister een alternatief geboden om tegemoet te komen aan de wens van de Tweede Kamer. De minister achtte dit alternatief interessant omdat, als de 'doelgroepbewoners' voldoen aan de gestelde voorwaarden, de gemeenten zich door middel van beleidsregels binden om aan deze bewoners de gewenste zekerheid te geven over de toekomst van hun bewoning. Dit alternatief, de bespreking in de Eerste Kamer en het nieuwe Rijksbeleid zoals de minister van l&M dit heeft beschreven in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, hebben de minister tot de conclusie gebracht dat het voorstel van Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen kan worden ingetrokken. Bij brief van 27 januari 2012 heeft zij de Eerste Kamer medegedeeld dat zij het wetsvoorstel intrekt en dat zij de rijksbemoeienis met het dossier van de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen beëindigt. Dan nu het alternatief. Wij begrijpen dat er een langdurige wens bestaat om bewoners die hun onrechtmatige bewoning zijn gestart vóór 1 november 2003, duidelijkheid te geven over de toekomst van hun woonsituatie. Op dit moment kunnen gemeenten op basis van de voorwaarden die gesteld zijn in het Besluit omgevingsrecht (Bor) een persoonsgebonden omgevingsvergunning verlenen, op basis waarvan de bewoners in de recreatiewoning mogen blijven wonen. Daarnaast kunnen gemeenten besluiten de situatie te legaliseren of handhaven. De keuze tussen deze mogelijkheden ligt bij de gemeente. Wij kunnen ons voorstellen dat de keuze die de gemeente maakt, in sommige gevallen op voorhand niet voldoende duidelijkheid en zekerheid biedt aan de bewoners van recreatiewoningen. Om die duidelijkheid wel te kunnen bieden, is het noodzakelijk dat gemeenten helder beleid hebben. Hiervoor hebben wij voorbeeldbeleidsregels ontwikkeld. Deze beleidsregels geven nadere invulling aan de voorwaarden waaronder de gemeente een omgevingsvergunning verleent, in bepaalde gevallen van langdurig bestaande en niet gehandhaafde onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen, gestart vóór 1 november 2003. Deze voorbeeldregels sluiten zo veel mogelijk aan bij de voorwaarden, zoals die gesteld waren in Onderwerp Beleidsregels oude onrechtmatige bewoning recreatiewoningen Beleidsregels oude onrechtmatige bewoni Datum 30 januari 2012

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2013 | | pagina 46