vooral het feitelijke gebruik doorslaggevend zijn.
Het voert in het kader van deze voorbeeidbeieidsregeis te ver om voor deze specifieke situaties
een algemene regel te formuleren. Wij adviseren gemeenten wel om te inventariseren of zich
dergelijke situaties (kunnen) voordoen en om, als dit het geval is, hierover iets in de beleidsregels
op te nemen (bijvoorbeeld dat de omgevingsvergunning in een dergelijk geval niet wordt
verleend).
Eerdere besluitvorming
Er wordt geen medewerking verleend aan de aanvraag indien sprake is van een eerder besluit
om te handhaven of juist om daarvan af te zien en te gedogen. Bij beide bepalingen is immers de
betreffende bewoners reeds duidelijkheid geboden over de toekomst van hun bewoning.
Daarnaast voorkomt de als tweede genoemde bepaling extra administratieve lasten. Voorkomen
wordt hiermee namelijk dat de betrokken bewoner nogmaals (met zijn bewijsmiddelen) naar het
gemeentehuis moet om een vergunning te verkrijgen en de gemeente opnieuw werk daartoe
moet verrichten.
Bewijsmiddelen
Op grond van de in artikel 4, onderdeel 10 van Bijlage II van het Bor opgenomen eis van
ononderbroken bewoning dienen de in deze beleidsregel genoemde bewijsmiddelen in principe
de gehele periode van bewoning te betreffen. Het betreft dan dus bewijsmiddelen die
onafgebroken bewoning aantonen vanaf 31 oktober 2003 tot 1 januari 2010. Overigens behoeft
niet elk aangedragen bewijsmiddel die gehele periode te betreffen, maar kunnen de bewoners
desgewenst ook met een combinatie van bewijsmiddelen die slechts een deelperiode beslaan de
genoemde gehele periode 'opvullen'. Zo valt bijvoorbeeld te denken aan 'drie jaren
leerlingenvervoer' en 'vier jaren ziektekostenverzekeringspolis' en 'zeven jaar jaaropgaven'. In
deze optiek is er dus geen behoefte aan het hanteren van aanvullende data naast de in de
beleidsregel bedoelde noch aan het vragen van aanvullende gegevens.
Beslistermijn
Op dit type omgevingsvergunning is de reguliere beslistermijn van de Wabo (paragraaf 3.2 Wabo)
van toepassing. Dat betekent een beslistermijn van acht weken met een verlengingsmogelijkheid
van zes weken). Bij niet tijdige beslissing wordt de vergunning van rechtswege verleend (artikel
Onderwerp Beleidsregels oude onrechtmatige bewoning recreatiewoningen
Beleidsregels oude onrechtmatige
bewoni Datum 30 januari 2012