4 M.E.R-BEOORDELING EXPLORATIEBORING HEMPENS Mocht uit de exploratieboring volgen dat het gasvoorkomen economisch winbare hoeveelheden aardgas bevat dan zal als onderdeel van de benodigde vergunningen voor het oprichten van een inrichting voor de winning van aardgas, conform het Besluit MER, opnieuw worden beoordeeld of een MER moet worden opgesteld. Uit voorgaande volgt dat voor het uitvoeren van een exploratieboring (diepboring) het traject van een m.e.r.- beoordeling dient te worden doorlopen. In het volgende hoofdstuk is deze beoordeling nader uitgewerkt. Er zijn wettelijke criteria opgesteld om te bepalen of er sprake van is van een m.e.r.-beoordelingsplicht. Deze criteria zijn: 1de kenmerken van het project 2. de plaats van het project 3. de kenmerken van de potentiële effecten In bijlage III van de Europese m.e.r.-richtlijn 97/11/EG zijn voor bovengenoemde criteria verschillende sub-criteria gegeven. Kenmerken project De omvang van het project De omvang van het project is uitvoerig beschreven in de toelichting behorend bij het bestemmingsplan (DHV, MD- GR20120438, september 2012). Cumulatie met andere oroiecten In de nabijheid van locatie zijn geen andere projecten bekend. Als gevolg van het ontbreken van andere bekende projecten zijn geen cumulatieve effecten op de omgeving te verwachten. Gebruik van natuurlijke hulpbronnen Het Nederlandse overheidsbeleid is erop gericht de gaswinning in de komende decennia voort te zetten en te stimuleren. Onder meer in een brief aan de Tweede Kamer (28 juni 2004) en in de Nota Ruimte geeft het kabinet aan dat opsporing, opslag en winning van aardgas van groot belang is voor de Nederlandse voorzieningszekerheid en voor de transitie naar een duurzame energiehuishouding. Om aan de toenemende vraag in Nederland, maar ook de rest van Europa, naar energie te voldoen, staan verschillende energiebronnen ter beschikking. Fossiele bronnen zullen de komende jaren hoe dan ook dominant blijven: naar verwachting heeft fossiele energie tot 2020 een aandeel van circa 90% in het totaal, aflopend naar circa 50 tot 60% in 2050. Aardgas zal binnen de fossiele bronnen een steeds belangrijkere plaats gaan innemen omdat het de schoonste fossiele brandstof is en past in de overgangsfase naar een duurzame energievoorziening. In deze overgangsfase kan aardgas ingezet worden om duurzame energiebronnen - biomassa, zonne-energie, windenergie - aan te vullen totdat deze verder zijn ontwikkeld en hun aandeel in de energievoorziening is toegenomen. Om zo lang mogelijk te kunnen profiteren van de voordelen van het Nederlandse aardgas, zo heeft de minister van Economische Zaken in een brief (20 april 2005) aan de Tweede Kamer aangegeven, is het belangrijk binnen de geldende kaders zo veel mogelijk gas als economisch en milieutechnisch haalbaar is tot productie te brengen. MD-GR20120497 Openbaar 1 oktober 2012 -3-

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2013 | | pagina 35