5 CONCLUSIE
De aan- en afvoerroute voor het boormaterieel wordt in overeenstemming met de gemeente en de wegbeheerder
vastgesteld.
Gelet op het ontwerp van de locatie en de te hanteren werkwijzen zijn geen verontreinigingen en hinder voor de
omgeving te verwachten.
Risico van ongevallen
Mocht onverhoopt tijdens het boren gas naar de oppervlakte komen, dan wordt dit gas via een systeem van
veiligheidsafsluiters (blow out preventors) afgeblazen.
Naar de gevolgen van een calamiteit is een onderzoek uitgevoerd (QRA), welke als bijlage aan het voornoemde
bestemmingsplan is toegevoegd. Uit deze studie volgt dat de locatie aan de wettelijke normen voldoet.
Voor elke boring wordt een specifiek rampenbestrijdingsplan opgesteld en vooraf doorgesproken met de plaatselijke
brandweercommandant. Dit rampenbestrijdingsplan is op de mijnbouwlocatie aanwezig.
Het terrein wordt voorzien van een stevig hekwerk van tenminste 2,00 meter hoogte, waarvan de toegangsdeuren
naar buiten opendraaien. Toegang tot het terrein hebben slechts personen die daartoe bevoegd zijn.
Er zijn geen nadelige effecten voor de omgeving te verwachten.
Bodemdaling
Een exploratieboring naar het voorkomen van aardgas veroorzaakt geen bodembeweging, doordat er geen gas
wordt gewonnen.
Gelet op het inzicht in de potentiële effecten, de mate en omvang waarin deze zich voordoen in relatie tot de plaats
van het project en de mogelijkheid deze effecten te beperken middels de bedrijfsvoering, vergunningvoorwaarden
en algemene regels, is de conclusie dat het doorlopen van een milieueffectrapportage geen toegevoegde waarde
kent voor de oprichting van de boorlocatie en voor het uitvoeren van een exploratieboring naar een mogelijk
aardgasvoorkomen nabij Wartens.
MD-GR20120497
Openbaar
1 oktober 2012
-7-