ning zelf opgenomen, terwijl de aangewezen dagen bijvoorbeeld in een bijlage bij de verordening
worden opgenomen. Deze bijlage kan desgewenst jaarlijks door de raad worden vastgesteld.
Artikel 6. Openstelling van levensmiddelenwinkels op zon- en feestdagen
Dit artikel van de modelverordening steunt op artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet, dat
luidt:
4. Voorts kan de gemeenteraad bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid
verlenen op een daartoe strekkende aanvraag en met inachtneming van de in die verordening ge
stelde regels ontheffing te verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, vervatte verbo
den, voor zover het winkels betreft die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde dagen tussen
0 uur en 1 6 uur, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden ver
kocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Ho-
recawet. De verordening bepaalt in ieder geval het aantal winkels waarvoor in de gemeente ont
heffing kan worden verleend. Dit aantal kan ten hoogste één winkel per 15 000 inwoners van de
gemeente zijn of, indien het inwonertal lager is dan 15 000, één winkel.
De vereisten uit de Winkeltijdenwet zijn dus:
de ontheffing kan alleen worden verleend aan winkels:
- die gesloten zijn op zon- en feestdagen vóór 16 uur, ook als die als koopzondag
zijn aangewezen (verwerkt in onderdeel a van derde lid), en
- waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht met uitzondering van
sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet (ver
werkt in het eerste lid van artikel 6 van deze verordening);
er mag maar 1 ontheffing verleend worden per 15.000 inwoners (verwerkt in het twee
de lid van artikel 6 van deze Verordening). Dit aantal moet strikt worden toegepast, er
mag dus niet naar boven worden afgerond. Een gemeente die minder dan 15.000 inwo
ners heeft mag aan één winkel de ontheffing ex artikel 3, vierde lid verlenen.
Het zal vaak voorkomen dat er - na toetsing aan de weigeringsgronden - meer aanvragen liggen
dan dat er ontheffingen kunnen worden verleend. Het verdient aanbeveling dat het college beleid
ontwikkelt over de manier waarop in dat geval wordt geselecteerd tussen de aanvragers. Dit kan
bijvoorbeeld door een systeem van loting. Ook zou een rouleersysteem in het leven kunnen wor
den geroepen, waarbij diverse supermarkten tijdelijk ontheffing krijgen, elk voor een afzonderlijke
periode. Ontheffing voor een bepaalde periode heeft ook los daarvan het voordeel dat er na ver
loop van tijd kan worden geëvalueerd.
Ook kan het college de ontheffingen elk jaar aan andere winkels verlenen of de ontheffingen ver
delen via een vergelijkende toets (zie CBb 8 januari 2010, AB 2010, 73). Een vergelijkende toets
in dit verband houdt in dat het college een tijdvak bekend maakt waarbinnen ondernemers die in
teresse hebben een ontheffing kunnen aanvragen, waarna het college alle factoren afweegt
voordat het besluit welke winkel de ontheffing voor de zondagavondopenstelling krijgt. Er werd in
het concrete geval van de hiervoor aangehaalde uitspraak onder andere gekeken naar mogelijke
overlast, voldoende parkeergelegenheid en een afscheiding tussen de (verkoop van) sterke drank
en de overige winkelruimte.
Aan de ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet kan bijvoorbeeld de
beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag
worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad).
Pagina 16
3 04 Bijlage Winkeltijdenverordening 2013.doc/16