BOARNSTERHIM
gemeente
BESLUITVORMEND RAADSVOORSTEL
Status: meningsvormend
Raadsvergadering: 17 september 2013
Agendapunt: 3.2
Eerdere behandeling:
Portefeuillehouder: wethouder M. Scheweer
Behandelend ambtenaar: mw. drs. T.C. Buma
Onderwerp: Beleid Aan-, uitbouwen en bijgebouwen beleid bij Woningen en woonboerderijen buitengebied
Programma: Volkshuisvesting en Ruimtelijke ontwikkeling
Product: Planologische adviezen
Voorstel:
Stel het beleid ten aanzien van aan-, uitbouwen en bijgebouwen in het buitengebied, waarin wordt
aangesloten bij het beleid van de gemeente Leeuwarden, vast.
Inleiding
Op 5 februari 2013 heeft het college een nieuwe beleidslijn ten aanzien van aan-, uitbouwen en bijgebouwen
bij woningen en woonboerderijen in het buitengebied vastgesteld, waarbij aansluiting gezocht wordt bij het
nieuwe beleid van de gemeente Leeuwarden.
Vervolgens is het beleidsstuk op 23 april 2013 informerend in de raad behandeld. Daarna heeft het beleid voor
6 weken ter inzage gelegen van 8 mei 2013 t/m 18 juni 2013 waarbij eenieder een inspraakreactie kon indie
nen. Gedurende deze periode zijn er geen inspraakreacties ingediend.
Het college legt daarom nu de nieuwe beleidsregel ten aanzien van aan-, uitbouwen en bijgebouwen ter vast
stelling aan de raad voor.
Huidige situatie
Het huidige beleid ten aanzien van wonen in het buitengebied is gericht op stabilisatie van de woonfunctie.
Dit betekent dat er geen nieuwe woningen in het buitengebied gerealiseerd mogen worden. Nieuwe woningen
doen afbreuk aan de beleving van het landschap; de functie wonen heeft namelijk niet een directe ruimtelijk,
functionele relatie met het buitengebied.
Daarnaast geldt dat de omvang van woningen wordt beperkt. Het uitdijen van woningen leidt tot aantasting
van het ruimtelijk beeld; de relatie tussen functie en landschap is dan niet of in mindere mate aanwezig.
Ook dienen aan-, uitbouwen en bijgebouwen qua maat en schaal ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw.
Deze wijze van bebouwing is ook typerend voor de zeeklei en open veenweide gebieden. Op deze manier
wordt het ruimtelijk beeld niet aangetast.
Hierbij geldt dat een hoofdgebouw concreet maximaal 120m2 mag zijn en de aan-, uitbouwen en bijgebouwen
maximaal 50m2. Hierbij geldt ook dat er onderscheid wordt gemaakt in woningen en woonboerderijen in het
buitengebied. De woonboerderijen zijn voormalige agrarische bedrijven die niet meer als zodanig worden ge
bruikt. Qua vorm en omvang is de boerderijvorm nog duidelijk herkenbaar. Ook zijn hier vaak nog voormalige
bedrijfsgebouwen aanwezig, zodat de oppervlakte aan-, uitbouwen en bijgebouwen vaak al aanzienlijk is. Bij
woonboerderijen geldt daarom dat er geen nieuwe aan-, uitbouwen en bijgebouwen gerealiseerd mogen wor
den, tenzij de aanwezige oppervlakte van bedrijfswoning en bedrijfsbebouwing minder is dan 300m2. In dat
geval mag bij woonboerderijen ook een oppervlakte aan aan-uitbouwen en bijgebouwen gerealiseerd worden
van maximaal 50m2.
Functioneel is het buitengebied geschikt voor het hobbymatig houden van vee en andere agrarische hobby's.
In dat verband is ruimte voor het realiseren van bijgebouwen. Er kan daarom middels een binnenplanse afwij
king (voorheen vrijstelling en ontheffing, nu inmiddels onder de WABO is het 'binnenplans afwijken') mede
werking worden verleend aan een grotere oppervlakte dan 50m2 aan aan-, uitbouwen en bijgebouwen als de
noodzaak voor meer aan-, uitbouwen en bijgebouwen ten behoeve van het hobbymatig houden van vee of be-
roep/bedrijf-aan-huis is aangetoond, tot een totale oppervlakte van maximaal 150m2 (dit is inclusief de 50m2
bij recht). Voor het realiseren van een grotere oppervlakte dient dus altijd een afweging plaats te vinden, zo-
3 02 rv Beleid aan-uitbouwen en bijgebouwen voor vaststelling 16-7-'13.doc/bptb 1