8. het uiterlijk aanzien van de bedrijfswoning wordt aangetast. Uitsluitend reclame in de vorm van
één naamsaanduiding of logo met een lengte van niet meer dan 1 m en een oppervlakte van niet
meer dan 0,5 m2 in de vorm van niet uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen is toegestaan;
9. de activiteit hinder voor het woonmilieu oplevert.
17.5 Afwijken van de gebruiksregels
17.5.1 Afwijking
Het bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van:
a. het bepaalde in lid 17.4, sub a en toestaan dat een woonhuis voor ten hoogste 3 woningen wordt ge
bruikt, mits:
1. het een gebouw ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek" betreft, het een monument be
treft of het een agrarisch aanverwante hoofdvorm, zoals een stelpboerderij of een kop-hals-
rompboerderij betreft;
2. wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde;
b. het bepaalde in lid 17.4 sub c, d en g en toestaan dat woningen worden gebruikt ten behoeve van
bed and breakfast, mits:
1de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane
vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de be
drijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m2 mag bedragen;
2. er ten hoogste vier slaapplaatsen in ten hoogste twee van elkaar gescheiden ruimten voor
nachtverblijf aanwezig zijn;
3. de exploitant hoofdbewoner is en er daadwerkelijk woont;
4. de kamers deel uitmaken van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan-
of uitbouw;
5. het uiterlijk aanzien van de woning niet wordt aangetast. Uitsluitend reclame in de vorm van
één naamsaanduiding of logo mét een lengte van niet meer dan 1 m en een oppervlakte Van niet
meer dan 0,5 m2 in de vorm van niet uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen is toegestaan;
6. de activiteit niet leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;
7. dé activiteit geen hinder of overlast voor het woonmilieu oplevert; waarbij bij de beoordeling
van de mate van overlast tevens het woningtype en het karakter van de omgeving betrokken dient te
worden;
8. het ruimtebeslag van de functie niet leidt tot te weinig bergruimte in of bij de woning.
17.5.2 Toetsingscriteria
Een omgevingsvergunm'ng als bedoeld in lid 17.5.1, sub a en b wordt uitsluitend verleend, mits geen oneven
redige aantasting plaatsvindt van:
het bebouwingsbeeld;
dé gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
de cultuurhistorische waarden;
de landschappelijke waarden;
de milieusituatie;
de natuurlijke waarden;
de sociale veiligheid;
de verkeersveiligheid;
de woonsituatie*
Bijlage 2 bij BPTB13Ö3 regels 'wonen' Leeuwardén.doG/4;
4/5