BOARNSTERHIM gemeente De raad van de gemeente Boarnsterhim; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; overwegende, dat het gewenst is ter voorziening in de Algemene Middelen gebruik te maken van de daartoe geboden wettelijke mogelijkheden, met name door het heffen van een "Hondenbelas ting"; gelet op artikel 226 van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de: verordening tot wijziging van de "Verordening op de heffing en invordering van een hondenbelas ting", vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2001, nummer 3.2, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 november 2010. Artikel I Artikel 4 wordt gelezen als volgt: Artikel 4 Belastingtarief. De belasting bedraagt per belastingjaar: a 47,35 voor de eerste hond; b 66,95 voor de tweede hond; c 77,75 voor elke volgende hond. Artikel II Artikel 9 wordt gelezen als volgt: Artikel 9 Termijnen van betaling. 1 De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet staat vermeld en de tweede een maand later. 2 Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dient de aanslag in acht gelijke termijnen te worden betaald waar van de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijn telkens een maand later, met dien verstande dat het aantal termijnen nimmer meer kan bedragen dan het aantal maanden hetgeen na dagtekening van de aanslag in het kalenderjaar resteert maar tenminste twee bedraagt. 3 02 Bylage Hondenbelasting 2012/1

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2014 | | pagina 23