voorzieningen en daarbij behorende persoonsgebonden budgetten vindt plaats in het
Besluit maatschappelijke ondersteuning Boarnsterhim.
Een financiële tegemoetkoming is een geldbedrag dat is bedoeld om een bepaalde
voorziening te verwerven. Het is niet per se een kostendekkende vergoeding, maar een
bedrag, bedoeld als tegemoetkoming in de kosten.
n.
Evenals onder de Wet voorzieningen gehandicapten het geval was, is het ook onder de
Wet maatschappelijke ondersteuning niet de bedoeling dat de gemeentelijke overheid
voorzieningen verstrekt, waarover de aanvrager, gezien zijn individuele situatie, ook
zonder zijn handicap of beperking, zou kunnen beschikken. Deze voorzieningen worden
als algemeen gebruikelijk beschouwd. Wat in een concrete situatie als algemeen
gebruikelijk te beschouwen is, hangt af van de geldende maatschappelijke normen van
het moment van de aanvraag. Het begrip "algemeen gebruikelijk" is geconcretiseerd in
de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep. Het begrip heeft vaak voor
verwarring gezorgd, omdat algemeen gebruikelijke voorzieningen soms wel specifiek
voor een handicap worden aangeschaft, maar vanwege hun algemeen gebruikelijke
karakter toch niet vergoed worden. Om duidelijk te maken wat in de wet verstaan wordt
onder dit begrip is de begripsomschrijving vanuit de jurisprudentie in de verordening
opgenomen. Het gaat daarbij om voorzieningen:
die in de reguliere handel verkrijgbaar zijn;
die niet speciaal voor gehandicapten bedoeld zijn;
die niet aanzienlijk duurder zijn dan vergelijkbare producten met hetzelfde
doel.
Het begrip "algemeen gebruikelijk" moet overigens niet worden verward met
"gebruikelijke zorg", zoals dat onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is
geformuleerd in beleidsregels. Het begrip "gebruikelijke zorg" komt onder de Wet
maatschappelijke ondersteuning terug, zie hieronder, onder p.
o.
Het begrip "meerkosten" hangt nauw samen met het begrip "algemeen gebruikelijk";
deze twee begrippen zijn eikaars tegenhangers. De meerkosten zijn de kosten, die in een
direct oorzakelijk verband staan met het compenseren van de ondervonden beperking of
het psychosociaal probleem, zoals die zijn genoemd in artikel 1, lid 1, onder g. achtste
volzin van de wet. Een met de persoon als de aanvrager vergelijkbaar persoon zonder die
beperking of dat psychosociale probleem heeft deze meerkosten per definitie niet, omdat
daarvoor in diens situatie geen noodzaak is. Mede op de bestrijding van deze
meerkosten, dus de kosten die voor een persoon als de aanvrager niet algemeen
gebruikelijk zijn, is de wet gericht.
P-
Wanneer een voorziening wordt verstrekt waar een algemeen gebruikelijk deel onderdeel
van uitmaakt (er wordt een driewielfiets verstrekt, de fiets is algemeen gebruikelijk en
maakt daar onderdeel van uit: men hoeft zelf geen fiets meer te kopen) zou sprake
kunnen zijn van besparing: er hoeft immers geen algemeen gebruikelijke voorziening
meer aangeschaft te worden. Aangezien verstrekking binnen de wet zich beperkt tot de
meerkosten, kan in die situatie van de aanvrager het bedrag dat bespaard wordt,
gevraagd worden als besparingsbijdrage. Dit is geen vorm van eigen bijdrage of eigen
aandeel, zodat de regels daaromtrent niet van toepassing zijn.
Pagina 19 van 38