lid 2 d. Het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw is vastgesteld in het Bouwbesluit Woonvoorzieningen die op dat uitrustingsniveau worden verstrekt ziin in hpninc i ~feit; dUUrdere °f andere v°orzieningen hoeven niet tTJor'd 9n ve tmït Een duidelijke begrenzing derhalve. Garages bijvoorbeeld vallen daarom niet LhI niveau. Alleen in die gevallen dat bijvoorbeeld vanuit welstandstoezicht hnnere worden gesteld, kan he, college hierop een g paard gaande kosten moeten in een concrete situatie afsoraken npmaau j Ook bij hulp bij he. huishouden speel, deze be^g 0^.0! A s bii„3^° r-o meer hulp word, gevraagd vanwege he, M de", Z ?n eTn vee, JTJlTS* woning woont, geeft deze bepaling een duidelijke grens aan. lid 2 e. In sommige gevallen gebruiken mensen al jaren voorzieningen en vragen zii na het optreden van een beperking voorzieningen aan, die in hun situatieTunnen e^en tot de conclusie dat het optreden van beperkingen geen meerkosten met Daarvoor is deze onder e. genoemde bepaling bedoeld. lid 2 f. de^Pd^ 9Hd0eld °P de SitUatie dat de aanvra9er een voorziening aanvraagt nadat deze reeds door de aanvrager gerealiseerd of aangekocht is. Omdat het colleqe dan geen mogelijkheden meer heeft de voorziening volgens het vastgestelde beleid te verstrekken of anderszins invloed heeft op de te verstrekken voorziening k^l in deze ovïr voorz|en,ng worden geweigerd. Bijvoorbeeld nadat het college een beslissing over de aanvraag voor een woningaanpassing heeft genomen mag een aanvana worden gemaa t met de werkzaamheden. Pas op dat moment heeft het college alle op de aanvraag betrekking hebbende gegevens beoordeeld en op grond hiervan een besluit genomen over de te treffen voorziening. n.ervan een besluit Door deze regeling wordt voorkomen dat een voorziening waar vroegtijdig mee is begonnen uiteindelijk niet overeenstemt met hetgeen het college als goedkoopst adequate voorziening beschouwt. Het college kan bijvoorbeeld ook factoren mee laten nranZ o,T HlW00nruimte van de »="»'»96, gelegen zijn, zoals een beschikbare aangepaste o, goedkoop aan ,e passen woning elders, of een losse woonunit, waardoor een woningaanpassing wellicht niet noodzakelijk is. ^npwen3^^*0011690 6en positieve beschikking voor een verhuiskostenvergoeding heeft da oem t een aanvra9er hiervoor in aanmerking. Pas nadat advies is verkregen en de gemeente een afweging heeft gemaakt welke oplossing het meest adequaat is kan aanvrager tot verhuizen overgaan. Met deze voorwaarde wordt tevensvoorkomen dat de gemeente achteraf, nadat de aanvrager reeds is verhuisd met een claim vnnr a verhuiskostenvergoeding geconfronteerd wordt. In bepaalde gevallen kan het echter nodig zijn dat de aanvrager snel moet beslissen omdat de woning anders aan een andere woningzoekende wordt toegewezen. In deze of andere urgente gevallen is het verkriioen van toestemming van het college ook voldoende. Maar in alle gevallen moet de habhpn98' V°°rafgaand aan de verhuizing schriftelijk toestemming van de gemeente te hebben verkregen. Het hoeft hier uiteraard niet te gaan om de feitelijke veliZmaar JTnrpT tie Waann men bepaalde onomkeerbare stappen heeft gezet die in de'reqel voorafgaan aan een verhuizing, zoals het sluiten van een koop- huur o? erfpachtovereenkomst inzake de te betrekken woning. Pagina 22 van 38

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad bijlagen | 2006 | | pagina 22