Hoofdstuk 2. Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage.
Artikel 2. Omvang van de
en de eigen aandeel.
2.1.
Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 moeten betalen bedraagt 16,40
per vier weken. Als het inkomen hoger is 16.137,- wordt dit bedrag verhoogd met
een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en de 16.137,-.
2.2.
Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder moeten ij
16,40 per vier weken. Als het inkomen hoger is dan 14.162
een dertiende deel van 15 van het verschil tussen het inkoméi
2.3.
Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen indiefii-
65 jaar dienen te betalen bedraagt 23,40 per viery^ekerWI
dan 20.810,- wordt dit bedrag verhoogd met pjfn dehiende*
verschil tussen het inkomen en 20.810,-
2.4.
Het bedrag per vier weken dat gehuw^
te betalen bedraagt 23,40 per vier
wordt dit bedrag verhoogd met qfn d
inkomen en 19.837,-.
Artikel 3.
faléh bedraagt
|dt dit bedrag met
14.162,-.
personen di<
ken. Als het inkdl
nde deel van 15
Dertien periode
Als een voorziening
een bouwkundige^)
de aanvrager, wordt geduri
bijdrage in rekerijng gebracht
financiële,te&emcll^oming ge
2 vastafisteldoedri
eiden jongefefll dan
t inkomen noger is
I van15 van het
jaar of ouder zijn dienen
oger is dan 19.837,-
van het verschil tussen het
h^aak die in eigendom wordt verstrekt of uit
;he aanpassing van een woning die eigendom is van
eem^eriode van dertien maal vier weken een eigen
wePoij de vaststelling van de hoogte van een
fende die periode een met toepassing van het in artikel
minderijfg gebracht.
Artikel. Besparingsbijdrage.
Het bedragrgft a's besparingsbijdrage gevraagd wordt bij verstrekking van een
driewielfiets; een fiets in bijzondere uitvoering of een scootermobiel bedraagt
453,00,-
Ti
VNG concept modelbesluit Wmo
Pagina 2 van 4
14juni 2006