Artikel 17. Gebruikelijke zora.
In afwijking van het gestelde in artikel 1 6 komt een persoon als bedoeld in artikel 1
eerste lid, onder g., onderdeel 4, 5 en 6 van de wet niet in aanmerking voor hulp bij het
huishouden als tot de leefeenheid waar deze persoon deel van uitmaakt een of meer
huisgenoten behoren die wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten.
Artikel 18. Omvang van de hulp bij het huishouden
De omvang van de hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in uren, afgerond naar
decimalen, per week.
Artikel 19. Omvang van het persoonsgebonden budget
Het bedrag per uur dat in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt,
wordt door het college vastgesteld en vastgelegd in het Besluit maatschappelijke
ondersteuning Boarnsterhim.
HOOFDSTUK 5.WOONVOORZIENINGEN
Artikel 20. Vormen van woonvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een
huishouden, te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:
a. een algemene woonvoorziening;
b. een woonvoorziening in natura;
c. een persoonsgebonden budget te besteden aan een woonvoorziening;
d. een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening.
Artikel 21Primaat algemene woonvoorzieningen en recht op individuele
woonvoorzieningen.
1Een persoon als bedoeld in artikel 1eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet
kan voor de in artikel 20, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht
indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de
woning noodzakelijk maken en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kan
oplossen.
2. Een persoon als bedoeld in artikel 1eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet
kan voor de in artikel 20, onder b. c. en d. vermelde voorziening in aanmerking worden
gebracht als de in het vorige lid genoemde oplossing niet aanwezig is of niet tot een
snelle en adequate oplossing leidt.
Pagina 8 van 38