/lager
Punt VI.
Punt VII.
Punt VIII.
De beide laagste klassen zijn in verband daarmede iets
verlaagd.Verder merken wij hieromtrent op,dat het
schoolgeld moet worden berekend naar het "Belastbaar
inkomen" volgens art«37 der wet op de Inkomstenbelas
ting, dit is het zuiver inkomen verminderd met de wet
telijk toelaatbare aftrek voor minderjarige kinderen.
Iemand met een inkomen van F,1250,- zal met 5 minder
jarige kinderen niet in de belasting vallen,met 4 kin
deren in de eerste klasse van het tarief ad F.3,50
met 3 kinderen in de 2e klasse ad F.4,- per leerling
enzoovoort
Voor het U*L.onderwijs zijn de bedragen 50% hooger
dan voor gewoon/onderwijs.Bij de thans bestaande
schoolgeldregeling bedroeg dit percentage 100%.
Bij het onderzoek der ontwerp-begrooting is door
Ged.Staten o.m.opgemerktdat het percentage van de
belasting cp vermakelijkheden dient te worden ver
hoogd tot 20%.Bovendien is in den loop van het jaar
gebleken,dat het wenschelijk is,dat enkele wijzi
gingen van meer technischen aard worden aangebracht.
In verband hiermede stellen wij U voor het hierbij -
gaande concept-besluit te nemen.(zie bijlage II.)
Presefatiegeld leden van den Raad.
In meergenoemd schrijven van Gedeputeerde Staten
wordt gevraagd een oordeel uit te spreken over de
verlaging van deze presentie-gelden tot F.3,- per
lid en per vergadering.
Waar het voorgestelde bedrag volgens onze meening
een minimum vergoeding voor tijdverlies beteekent
en geen rekening is gehouden met de noodzakelijke
kosten van vervoer,meenen v/ij in zooverre het advies
van Gedeputeerde Staten te kunnen volgen,dat het
presentiegeld voor de leden woonachtig te Grcuw op
F.3,- wordt gesteld,dat voor de leden te Roordahui-
zum c.a.op F.3,50 en voor de leden te Warga en War-
tena op F.4,- per vergadering.
Bij Uw besluit dd.15 November 1934 is om advies
in onze handen gesteld een verzoek van Mej.IJ.de
Roosonderwijzeres in de hand/werken aa$ de U.L.
school te Grouw,om verhooging van haar jaarwedde,
alszoodanig.Deze jaarwedde is met ingang van 1 Mei
1933 bepaald op F,150,-,hetzelfde bedrag dat ook
wordt genoten door de onderwijzeressen in genoemd
vak aan de O.L.scholen,Bij nadere overweging komt
het ons billijk voor,dat de jaarwedde van de onder
wijzeres aan de U.L,school op een hooger bedrog wordt
vastgesteld dan die van een vakonderwijzeres bij
het gewoon lager onderwijs,in verband met het feit
dat de lessen door oudere leerlingen worden gevolgd
en dientengevolge meerder werk en vakkennis wordt
gevraagd.Eenzelfde standpunt wordt ook ingenomen
door het betrokken Hoofd der school en de Inspectrice
van het lager onderwijs in de inspectie Dokkum.
In verband met het bovenstaande stellen wij U voor
de jaarwedde met ingang van 1 Januari 1935 te ver-
hoogen met F.50,- en nader vast te stellen op F.200,-
per jaar.