2. Van de leeftijdsgrenzen, gesteld
in het eerste lid onder a, kan wor
den afgeweken en het geneeskundig
onderzoek, bedoeld in het eerste lid
onder b, kan achterwege blijven ten
aanzien van dengene, die reeds amb
tenaar van politie is.
3. De kosten van het geneeskun
dig onderzoek, bedoeld in het eerste
lid onder b van dit artikel, alsmede
de eventueele reis- en verblijfkosten,
komen ten laste van de gemeente.
Art. 2.
Indien krachtens de artikelen 6 en 7
der Instructie voor de bezoldigde
gemeenteveldwachters door den Com
missaris der Koningin een genees
kundig onderzoek wordt gelast, ko
men de kosten van zoodanig onder
zoek, alsmede de eventueele reis- en
verblijfkosten ten laste der gemeente.
Art. 3.
1. De uitslag van het geneeskun
dig onderzoek, bedoeld in artikel 1
wordt aan den belanghebbende zoo
spoedig mogelijk medegedeeld.
2. Hij die niet geschikt is bevon
den, kan binnen 14 dagen na ont
vangst der mededeeling van den
uitslag van het geneeskundig onder
zoek aan het bevoegd gezag her
keuring vragen.
3. Dit verzoek wordt ingewilligd,
als daarbij wordt overgelegd eene
gemotiveerde geneeskundige verkla
ring en bovendien door den aan
vrager een bedrag van f 5.wordt
gestort, welk bedrag aan hem wordt
11
de organisatie der gemeentepolitie,
waardoor zijn werkzaamheden over
bodig zijn geworden, wordt voor
zoover hij alsdan niet in de termen
valt om pensioen uitgezonderd
vervroegd ouderdomspensioen, be
doeld in art, 48, eerste lid onder b,
der pensioenwet 1922 (st.bl. no. 240)
te genieten, met ingang van den
dag van ontslag, een wachtgeld toe
gekend ten laste der gemeente, op
den voet van de bepalingen van de
artt. 73 tot en met 83 van het ambte
narenreglement der gemeente.
2. Een zoodanig wachtgeld kan
ook worden toegekend aan een veld
wachter, als bedoeld in het eerste
lid, die ontslag vraagt nadat hem het
voornemen is medegedeeld om zijn
betrekking op te heffen of de orga
nisatie der gemeentepolitie zoodanig
te veranderen, dat zijn werkzaam
heden overbodig zullen worden.
HOOFDSTUK V.
SLOTBEPALINGEN/
Art. 21.
1. De artikelen 1 tot en met 20
dezer verordening gelden niet voor
de onbezoldigde veldwachters.
2. De onbezoldigde veldwachters
moeten Nederlander zijn en voldoen
aan de eischen van bekwaamheid,
welke door den Commissaris der
Koningin voor de te vervullen be
trekking worden gesteld, waarbij het
bezit van diploma's waaruit deze
bekwaamheid blijkt kan worden ge
vorderd.