Artikel 6
Het is verboden op deze terreinen gebouwen op te richten
welke twee of meer boven elkaar gelegen woningen bevatten
of bestaande woningen te splitsen in twee of meer boven elkaar
gelegen woningen.
Artikel 7.
De gevels der vrijstaande woningen of blokken,grenzende
aan de voorgeschreven open ruimten tusschen de gebouwen moe
ten behoorlijk afgewerkt zijn en overeenstemmen met de voor
gevel; zij mogen in geen geval blinde muren zijn.
De bouwvergunning voor een blok van twee of meer woningen
wordt geweigerd,wanneer een blok niet in zijn geheel zal wor
den uitgevoerd.
Artikel 8.
De gebouwen moeten worden afgesloten met hellende daken.
Artikel 9.
Het niet bebouwde gedeelte der bouwperceelen naast en voor
dé woningen moet als tuin worden aangelegd en alszoodanig
in ordelijke staat worden onderhouden.Uit een oogpunt van
welstand kunnen nadere eischen worden gesteld omtrent het
gebruik van het erf.
Uithouwen sran de achtergevels der woningen of vrijstaande
bijgebouwde schuurtjes of hokken mogen gezamenlijk geen groo-
tere oppervlakte hebben dan 12 M2.
Artikel 10.
Het is verboden op de erfscheidingen van de terreinen,onder
ling en van de terreinen met de openbare weg,afscheidingen
te maken hooger dan 1.10 M.boven het terrein.Dit verbod is
niet van toepassing op de erfscheidingen welke meer dan 8 M.
achter de rooilijn worden geplaatst en welke mogen worden
gemaakt tot een hoogte van ten hoogste 2 M.boven het terrein.
Artikel 11.
Het gebruik van asbestcementplaten en leien,van cementpan-
nen,alsmede van gegolfd gegalvaniseerd ijzeren platen als
dekkingsmateriaal is verboden.
Artikel 12.
1.Het is verboden,voorzoover zulk een verbod niet reeds be
grepen is en art.6,eerste lid onder a der Woningwet,op de
in het plan van uitbreiding begrepen gronden te bouwen,
anders dan met inachtneming van de bepalingen dezer ver
ordening.
Onder bouwen wordt verstaan,hetgeen daaronder blijkens
het betreffende artikel der bouwverordening wordt begrepen,
2.Het is den eigenaar,den beheerder en voorts ieder die
krachtens eenig zakelijk recht,bezit daaronder begrepen,
de beschikking heeft over de na te noemen onroerende goe
deren, verboden de in het plan van uitbreiding begrepen
gronden,zoomede de daarop opgerichte gebouwen en erfschei
dingen te doen verkeeren in een toestand die in strijd is
met één of meer bepalingen dezer verordening.
Artikel 13.
Deze verordening kan worden aangenaaid oneer uo titel van
"Bebouwingsvoorschriften der gemeente Idaarderadeel,Ooster-
veld 1935".