aanwezig zijn, 30% der pensionkosten, die de ambtenaar voor
zicnzelf met de noaige zuinigheid moet maken, worden vergoed»
Indien de ambtenaar in de gelegenheid is tussen de oude en
nieuwe standplaats heen en weer te reizen, kan bovenstaande ver
goeding worden vervangen door een vergoeding van de reiskosten.
Deze laatste vergoeding kan in uitzonderingsgevallen ook aan
ongehuwden worden verl ,nd„ Is hij niet in de gelegenheid dage
lijks heen en weer te reizen, dan kunnen eenmaal in de 14 dagen
de reiskosten naar en van de woonplaats van zijn gezin worden
vergoed.
Hoewel door deze regaling wederom eon nieuwe last op de ge
meente wordt gelegd; menen wij U te moeten voorstellen:
a. de in het Kon,Besluit van 18 December 1946, S.G.371 (Ver-
plaatsingskostenbosluitgetroffen maatregelen voor het perso
neel in rijksdienst, van overeenkomstige toepassing te verkla
ren voor het personeel in dienst der gemeente, indien en voor
zover de salarisregeling van dit personeel
van gemeentewege wordt vastgesteld, dit personeel zijn hoofd
betrekking in dienst der gemeente heeft en in die gevallen
waarin de noodzakelijkheid van toepassing blijkt bij de eerste
indienstneming;
b® voor zoveel nodig behoudens goedkeuring van Ged „Staten de
onder a genoemde regeling eveneens van toepassing te verklaren
op onderwijzers bij hot gewoon lager en het uitgebreid lager
onderwijs
c. te bepalen, dat dit besluit wordt geacht in werking te zijn
getreden 1 Januari 1949„
Punt XVI, Het rapport van de Financiële Commissie luidt alsvolgt:
De Financials Commissie, in wier handen werden gesteld de
"ontwerp-begrotingen voor 1949, heeft de eer U te rapporteren,
dat zij bij nee onderzoek dor gemeentebegroting met grote vol-
'döening heeft konnis genomen van het feit, dat de gewone dienst
dier begroting -niettegenstaande voor rente en afschrijving
van belangrijke kapitaaisuitgaven dekking moett worden gevon
den - in ontvang en uitgaaf eenzelfde eindcijfer aangeeft.
Verder heeft dit onderzoek haar aanleiding gegeven op te
merken dat de door Gedeputeerde Staten vastgestelde bedragen
voor Presentiegelden raadsleden, leden der raadscommissien
en der soembureaux' onvoldoende zijn, om daarmede de
kosten van tijdverlies, enz, te dekken. Ook de afstandsvergoe
dingen zijn, zowel xn dit verband als met het oog op de noodza
kelijk te maken vervoerskosten, op te lage 4bedragen gesteld.
Vaar devergaderingen der raadscommissien gewoonlijk minstens
'evenveel tijd vragen als die der raadsvergaderingen, is er geen
reden^het bedrag van het presentiegeld van de leden dezer oom-
missiën op een lager bedrag vast te stellen dan op het voor het
"bijwonen der raadsvergaderingen bepaalde bedrag.
Met betrekking tot het presentiegeld van de leden der stem-
bureaux mogen wij er aan herinneren, dat deze leden gewoonlijk
12 uur per dag in het stemlokaal aanwezig zijn en - in tegen
stelling met de in vroegere jaren daarvoor geldende regeling -
zelf voor hun consumptie moeten zorgen,
De commissie meent op grond van vorenstaande U in overweging
te moeten geven, aan Gedeputeerde Staten te verzoeken, boven-
genoemde presentiegelden te verhogen en nader vast te'stellen
"alsvolgt:
s 0 pre se nt ie ge ld voor raadsleden en leden der raadscommis
sien op 6. -• por lid en per vergadering, welk bedrag wordt ver
hoogd met 2.- voor raadsleden wier woning meer dan 4 KM doch
minder dan 8 km en met 3?~ voor raadsleden wier woning 8 km
"en meer van het gemeentehuis ligt;
"2°<> het presentiegeld voor de leden der stembureaux op ffi»50
per dag,
De bedrijfsecgrotingen gaven geen aanleiding tot op-of aan
merkingen
Grouw, 31 Januari 1 949.
De Financiële Commissie voornoemd,
E„Dantuma.
JSjoerdsma
Ij .Si jteipa.
Grouw, 2 Februari 1949.
Burgemeester en Wethouders van JL&aarderadeel,
--- - yj a OUXguuiü o ct r o