Spr. doet daarom een ernstig beroep op de raad en de gehele
bevolking cm bij de bescherming der plantsoenen de vereiste mede
werking te verlenen.
Mevrouw Halbertsma vraagt, of de vernieling der plantsoenen
niet mede is toe te schrijven aan gebrek aan speelruimte voor
de jeugd. Door beschikbaarstelling van een terrein voor dit doel
zou h.i, enige verbetering kunnen worden bereikt.
De Voorzitter antwoordt, dat reeds de nodige voorziening is
getroffen door beschikbaarstelling van het terrein aan de Kanaal
straat
De heer Miedema wijst op de wenselijkheid, om bij de aanplan
ting schoolklassen of buurten in te schakelen, zulks met het oog
op de opvoedende kracht, welke daarvan zou uitgaan.
De Voorzitter is van mening, dat de psychologische factor,
die hierbij om de hoek komt kijken, inderdaad niet van belang
ontbloot is. Het blijft evenwel een experiment, waarvan het resul
taat moet worden afgewacht, Spr* doet de toezegging> dat B.en W.
aan de suggestie van de heer Miedema de nodige aandacht zullen
schenken.
De heer Miedema vraagt de aandacht van B.en W. voor de desolate
toestand van de kleuterschool te Roordahuizum, De schoolarts
heeft indertijd een rapport hierover samengesteld en aangegeven,
welke verbeteringen moesten worden aangebracht. Spr. meent, dat
het onderhoud en het herstel van het gebouw, dat in eigendom is
bij de Kerkvoogdij der Ned.Herv.Gemeenteten laste van de gemeente
zou worden gebraoht.
Waar de schoolcommissie totnutoe van eventuele verbeteringen
niets heeft gemerkt, zou zij deze aangelegenheid gaarne eens
met B.en W. bespreken.
De Voorzitter antwoordt, dat het rapport van Dr. Stoffelsma
indertijd aan B.en W. is uitgebracht. Gedeputeerde Staten hebben
toegestaan, dat de gemeente de kleuterschool in zoverre zou onder
houden, dat instorting voorkomen werd. Aan de school dienen vele
verbeteringen te worden .aangebracht. De Kerkvoogdij schijnt het
gebouw aan de gemeente te willen overdragen. Er zal echter op
de duur te Roordahuizum een nieuwe kleuterschool moeten komen.
Voorlopig kunnen B.en W. geen andeie toezegging doen dan dat bij
de samenstelling van de begroting deze aangelegenheid onder de
loupe zal worden genomen.
De heer Miedema vraagt voorts of het niet mogelijk is, op
kortê termijn een regeling te treffen inzake het vervoer van
schoolkinderen uit Kriens per autobus.
De Voorzitter antwoordt, dat B.en W, deze zaak hebben over
wogen» Het inleggen van een speciale bus gaat de draagkracht te
boven. Spr. heeft gedacht aan de mogelijkheid de gewone dienst-
bus te benutten voor de kinderen uit Driens. Een oplossing is
evenwel nog nie t gevonden, waarom Spr. het op prijs zou stellen,
suggesties te ontvangen van de betrokken ouders, B.en W. zijn
gaarne bereid daaraan hun medewerking te verlenen.
De heer Si'fèma vest'gt de aandacht ,an B.en W. op de slechte
nachtverlichting bij het postkantoor te Warga en vraagt of het
niet mogelijk is ter plaatse een nachtbrander/te brengen.
De Voorzitter verwijst de heer Sijtema voor zaken als deze
naar het Gemeentelijk ElectriciteitsbedrijfAls blijkt, dat dit
bedrijf reeds afwijzend heeft beschikt, zegt de Voorzitter toe,
een onderzoek te zullen instellen. Op een vraag van de heer Sij
tema inzake de verbetering van een te Warga geplaatste afscheiding
antwoordt de Voorzitter, dat hieraan reeds gewerkt wordt.
De heer van der Mark wijst op de slechte toestand van de wallen
der Kleine Buren te Warga en vraagt of deze situatie ook deze
winter nog moet worden gehandhaafd.
De Voorzitter antwoordt, dat de goedkeuring van de betreffende
begrotingspost zo lang op zich heeft laten wachten, dat niet eerder
dan het volgend voorjaar met het herstel kan worden aangevangen.
Hierna sluiting.
van
Aldus vastgesteld in de vergadering