a, de strook grond langs het sportterrein ter grootte van 2200 m2, zoals cp de bij de stukken ter inzage liggende tekening in rood is aangegeven: f.0.75 per m2 b. het langs de Nesserweg gelegen gedeelte van de ijsbaan ter grootte van 5470 m2, zoals op de tekening in groen is aangegeven: f.2.- per m2; e. het niet langs de Nesserweg gelegen Noordelijk gedeelte van de ijsbaan ter grootte van +1180 m2, zoals op de tekening in geel is aangegeven: f.0.80 per m2. De N.V.Halbertsma blijkt thans bereid, genoemde perceels- geöeelten tegen vermelde prijzen over te dragen. Waar B.en W. van oordeel zijn, dat de hierbedoelde prijzen aannemelijk zijn, wordt voorgesteld, de betreffende gronden van Mevr. Mulder- Halbertsma en de N.V. Halbertsma's Fabrieken tegen de daarbij gestelde prijzen en op de gestelde voorwaarden aan te kopen en daartoe vast te stellen het bij de stukken ter inzage liggende concept-besluit. Voorstel tot onteigening van een peroeel grond met toebehoren te Warga. Ten behoeve van de verbetering van het wegvak Goutum via Warga tot Wartena met de bijkomendewerken dient de gemeente o.m. de beschikking te verkrijgen cvarfirhet peroeel, kadastraal bekend gemeente Warrega, sectie A no. 3010, ter grootte van 7.45 are, in eigendom bij Jaoob Weijer, veehouder te Warga. De met de eigenaar gevoerde onderhandelingen inzake aan koop van het hierbedoelde peroeel hebben totnogtoe geen resul taat opgeleverd. In verband hiermede en teneinde verder tijdverlies te voor komen stellen B.en W. voor, met toepassing van de bepalingen der Onteigeningswet over te gaan tot onteigening van genoemd perceel met opstallen en daartoe vast te stellen het bij de raadsstukken ter inzage liggende oonoept-besluit Bezwaarschrift van G. Grondsma te Leeuwarden tegen een aanslag in de wegbelastTng over 3*9*49 Door G. Grondsma te Leeuwarden is een bezwaarschrift in gediend tegen de hem opgelegde aanslag in de wegbelasting over 1949 op de volgende gronden: 1 het betreffende perceel zou op kilometers afstand van een gemeenteweg zijn gelegen en vanaf een dergelijke weg slechts over het water te bereiken zijn; 2. de waterwegen, waaraan het peroeel is gelegen, zouden niet in eigendom of onderhoud bij de gemeente dooh bij het Rijk zijn. Het sub 1 bedoelde argument houdt geen steek, omdat vol gens de geldende verordening niet alleen percelen, belendende aan landwegen, doch ook percelen, welke aan waterwegen belenden, belast kunnen worden. De sub 2 vermelde bewering is niet geheel juist. De aanslag is opgelegd voor verschillende percelen, nader aan geduid op de bij de stukken ter inzage liggende situatietekening. Enkele dezer percelen belenden aan het gemeentelijke water De Borg". De overige percelen belenden aan of hebben uitgang op het zgn. "Blggemeer", dat bij het Rijk in eigendom an onder houd is De vraag, bij wie een bepaald water in eigendom is, doet eohter volgens de bestaande jurisprudentie aan de bevoegdheid om belasting te heffen, niets af. Voldoende is, dat er sprake is van een openbare land- of waterweg en dat de gemeente kosten heeft te maken voor het onderhoud van zodanige wegen, onver schillig of juist aan deze weg kosten zijn besteed of niet. Aangezien het "Biggemeer" als een openbare waterweg moet worden aangemerkt, menen B.en W.dat de bevoegdheid van de ge meente om belasting te heffen vaststaat en dat de onderhavige aanslag terecht is opgelegd, In verband hiermede wordt voorgesteld het bezwaarschrift on gegrond te verklaren en de aanslag te handhaven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1949 | | pagina 3