--6--
Waar ook de Hoofd-ingenieur-Directeur van de Volkshuisvest-
ting van eenzelfdegevoelen is, wordt voorgesteld, genoemde
woning, die reeds sedert enige tijd niet meer wordt bewoond,
onbewoonbaar te verklaren.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel besloten.
Benoeming van leden der burgerlijke armbesturen.
Op 1 Januari 1950 traden de volgende leden der burgerlijke
armbesturen periodiek af:
Grouw: Mevr. G.Hoekema-Haites te Grouw.
Warga: H.W. Boermans te Warga.
Wartena caI. Dekker te Wartena.
Roordahuizum: H.J.de Jong te Roordahuizum.
Idaard c. a. J.E. van der Meer te FrLens.
Mevrouw Hoekema-Haites wenst wegens gezondheidsredenen niet
voor een herbenoeming in aanmerking te komen.
De door de betreffende armbesturen opgemaakte aanbeveling
luidt als volgt:
Grouw: I.Mevr. F.Smit-Suierveld te Grouw.
2.Mevr. G.Kuiper-Koopstra te Grouw.
Warga; 1.H.W. Boermans te Warga.
2.M.D.Hettinga te Warga.
Wartena c.a.: 1. 1.Dekker te Wartena.
2. S.Hemrica te Wartena.
Roordahuizum: 1.H.J.de Jong te Roordahuizum
2.T.IJntema te Roordahuizum.
Idaard c. a. 1.J.E. van der Meer te Friens.
2.H.LoIkema te Friens.
Voorgesteld wordt hieruit een keuze te doen.
De nummers 1 van de aanbeveling worden benoemd met respec
tievelijk 11, 11, 11, 8 en 9 stemmen, terwijl de heren T.IJnte-
ma en H.Lolkema respectievelijk 3 en 2 stemmen op zich ver
enigen.
Voorstel tot vaststelling van het getal wekelijkse lesuren,
gedurende hetwelk in 1950 vakonderwijs zal worden gegeven aan
de openbare scholen.
Ingevolge artikel 101 bis der Dageronderwijswet 1920 dient
jaarlijks het getal wekelijkse lesuren als bovenbedoeld te wor
den vastgesteld.
Voorgesteld wordt daartoe te besluiten en het bij de raads
stukken gevoegde concept-besluit tot besluit te verheffen.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel besloten.
Verzoek van de Woningbouwvereniging "Idaarderadeel" om voor
schotten voor woningbouw.
Ten behoeve van de bouw van twee duplexwoningen te Roorda
huizum verzoekt de vermelde vereniging om toekenning van een
bouwvoorschot van f.23253.- en een grondvoorschot van f.22151.85
of zoveel meer of minder als bij de stichting der woningen mocht
blijken nodig te zijn.
Zoals bekend, verleent het Rijk geen voorschotten meer voor
woningbouw, zodat de gemeente zal moeten trachten, zich op de
particuliere geldmarkt de benodigde middelen voor de toekenning
van de gelden te verschaffen in de vorm van een annuïteitslening.
--Onder--