Openbare vergadering van de Raad der
gemeente Idaarderadeel op Maandag 17 Juli
1950, des voormiddags te 9 uur.
Aanwezig zijn» Mevr. P.C. Halbertsma-Hijlkema en de heren
S.de Jong, L.Zwart, J.W.de Visser, Joh.van der Meer, R. Wartena,
A. Hondema, Joh.van der Mark, H.van de Lageweg, P.van der Hem,
P. Sijtema en J. Miedema.
Afwezig met kennisgeving de heer E. Dantuma.
Voorzitter: Mr. C.N. Renken, burgemeester.
AAIvT DE QRRE;
1Notulen.
De notulen van de vergadering van 1 Juni 1950, welke in
afdruk aan de leden van de raad zijn toegezonden, worden on
gewijzigd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken.
a. Bericht van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring van
ïïët raadsbesiuiPHïï"." 2T April n71.""tot wijziging der bouw
verordening.
Voorgesteld wordt dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus besloten.
b. Verzoek van J. Veratdonck te Grouw om vergunning voor de ver-
koop van sterke drahk in het Theehuis!
Van J. Verasdonck, voornoemd, is een verzoek ingekomen,
om in aanmerking te mogen komen voor een vergunning voor
de verkoop van sterke arank in het Theehuis te Grouw, be
perkt tot de eetzaal en tot het tijdvak van 15 Mei tot 15
September.
Ingevolge artikel 3 der Drankwet kan de Minister van
Sociale Zaken op voorstel van de Raad, Gedeputeerde Staj?fn
gehoord, burgemeester en wethouders machtigen, om voor een
of meer localiteitenwelke deel uitmaken van een buiten
gewone inrichting voor maatschappelijk verkeer, een tapver-
gunning boven het vastgestelde maximum te verlenen.
Afgezien van het feit, dat het Theehuis zeer zeker vol
doet aan de voorwaarden, welke ten aanzien van een buiten
gewone inrichting voor maatschappelijk verkeer worden ge
steld, vreest de meerderheid van het College van Burgemees
ter en Wethouders, ingeval de vergunning mocht worden ver
leend daarvan een ongewenste toename van het drankgebruik,
terwijl een minderheid in het College zich op het stand
punt steltdat het verlenen der vergunning voor het bieden
van de nodige "service" aan de vreemdelingen, die in de in
richting hun maaltijden nuttigen, gewenst is.
Op grond van de opvatting van evengenoemde meerderheid
wordt voorgesteld, afwijzend op het verzoek te beschikken.
Mevrouw Halbertsma-Hijlkema zegt het niet eens te zijn
met het voorstel van de meerderheid van het college van bur
gemeester en wethouders. Spreekster vindt het niet erg, dat
bona-fide personen vóór het eten in het Theehuis een borrel
zouden gebruiken en is van mening, dat het drankmisbruik bij
inwilliging van het verzoek niet wordt bevorderd. Het weigeren
van de gevraagde vergunning is haars inziens niet de aange
wezen weg, om/Van het geD_ van sterke drank te weerhouden.
De heer de Visser, er op wijzend, dat hijzelf reeds 40
jaren geheelonthouder is, zegt, dat hij evenmin voelt voor
het standpunt van de meerderheid in het college en dat het on
billijk zou zijn de vergunning te weigeren, temeer waar deze
slechts gedurende vier maanden geldigheid zal hebben en beperkt
zal worden tot een lokaal
--Hoewel--
/kwaadwilligen
«-r- V