3
--2
Hoewel Spr. het verstandig zou vinden, dat niemand sterke
drank gebruikte, moet rekening worden gehouden met het feit,
dat 90t van de gasten dit wel doet. Waar Sur. voorts van me
ning is, dat het verlenen der vergunning het gebruik van al
cohol niet in de hand werkt, verklaart hij zich tegen het
meerderheidsvoorstel.
De heer van der Mark, die eveneens reeds 40 jaren geheel
onthouder is geweest, merkt op, dat de oude zegswijze:
"Gelegenheid maakt genegenheid" nog steeds geldt. De gelegen
heid om sterke drank te gebruiken, moet volgens Spr. niet
worden uitgebreid, ook niet, als het een beperkte uitbreiding
betreft. Het gaat hier niet om de sterken, maar om de zwakken.
Spr. acht het van belang, dat men van de gewoonte, om
voor het eten, een borrel te drinken, afraakt.
Dat het Theehuis gepasseerd zou worden, omdat daar geen
borrel wordt geschonken, gelooft Spr, niet. Het gebruik van
sterke drank vormt een aanstoot voor mensen, die er prijs op
stellen in een alcoholvrije omgeving te dineren.
Ha er op gewezen te hebben, dat de drankbestrijding door
het verlenen der vergunning een knak zou krijgen en h.13 deze
bestrijding voor het verkrijgen van een gelukkige samenleving
noodzakelijk acht, verklaart Spr. het meerderheidsvoorstel
te zullen steunen.
De heer Miedema merkt op, dat in het voorstel gesproken
wordt van het bieden van "service" aan de vreemdelingen, doch dat
dat z.i. in dit geval niet opgaat, omdat toch de keuken het
zal winnen.
De heer Hondema wijst er op, dat onlangs in de raad werd
besloten, het maximum aantal vergunningen terug te brengen,
terwijl nu gesproken wordt over een uitbreiding daarvan. Spr.
zegt, niet direct tegen inwilliging van het verzoek te zijn,
doch waarschuwt er voor, dat een gunstige beslissing conse
quenties schept ten opzichte van andere aanvragers. Bij een
verdere ontwikkeling van de watersport zullen wij, aldus
besluit Spr. op deze wijze vastlopen.
Wethouder de Jong, het meerderheidsvoorstel verdedigend,
merkt op, dat een vroeger verzoek voor de gehele inrichting
is afgewezen. Thans wordt het verlenen van een vergunning
gemotiveerd met te zeggen, dat die slechts tot enige maanden
en tot de eetzaal beperkt zal blijven. In feite echter wordt
in het Theehuis de gehele dag gedineerd. Spr. geeft te kennen,
dat hier evenwel niet het hoofdmotief voor zijn afwijzend
standpunt ligt, noch bij de persoon vande aanvrager.
Hoewel begrip tonend voor de opvatting van anderen meent
Spr.dat het hier gaat om iets, wat men als principieel ge
heelonthouder niet mag voorbijzien, namelijk dat bij inwil
liging van het verzoek de gelegenheid tot drankmisbruik wordt
uitgebreid en daaraan kan Spr, zijn medewerking niet verlenen.
De voorzitter zegt, dat men deze zaak niet moet over
drijven. Het betreft hier een aanvraag tot vergunning, welke
slechts voor een deel van het gebouw en voor een deel van het
iaar zal gelden. Sur. kan het standpunt van de principiële
geheelonthouders begrijpen, doch zegt, het uit politioneel
oogpunt van belang te achten, dat de vergunning wordt verleend,
zulks met het oog op een betere controle en om het alcohol
gebruik buiten de localiteiten tegen te gaan.
De consequenties, die de heer Hondema ducht, reiken vol
gens Spr. niet zo erg ver. Het betreft hier een zuiver toe-
ristenbedrijfdat niet met andere inrichtingen vergeleken
/deze kan worden. De vreemdelingen vragen nu eenmaal/service en
het gemeentebestuur heeft rekening te houden met alle stro
mingen in de maatschappij.
--De--
V