Aan de Leden van de Raad
der gemeente Idaarderadeel,
Ik roep U op tot een openbare vergadering van de Raad op
Maandag 21 Augustus a.s. des voormiddags te 9 uur.
Grouw, 15 Augustus 1950,
De Burgemeester,
AGDNDA.
1Notulen.
De notulen van de vergadering van 17 Juli j.l. zijn in afdruk
aan de raadsleden toegezonden.
Voorgesteld wordt deze vast te stellen.
2. Ingekomen stukken.
a. Besluit van Gedeputeerde Staten, waarbij de ontvangst wordt
bericht van het raadsbesluit dd. 1 Juni j.l. tot wijziging
van de Algemene Politieverordening.
b. Bericht van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring van het
raadsbesluit dd. 24 Aoril j.l. tot verkoop van een woning met
tuin aan de Vereniging tot Bevordering van het Landbouwonder
wijs te Roordahuizum.
c. Bericht van Gedebuteerde Staten, houdende goedkeuring van de
raadsbesluiten dd. 1 Juni 1950 tot wijziging van de gemeente-
/bedrijf begroting en van de begroting van het electriciteits//oor 1949.
d. Besluit van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring van het
raadsbesluit dd. 30 Januari 1950 tot wijziging van uitbrei
dingsplan in onderdelen voor het dorp Grouw.
e. Bericht van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring van het
raadsbesluit dd. 17 Juli 1950 betreffende de garantie van geld
leningen ten behoeve van bouwspaarders.
Voorgesteld wordt deze stukken voor kennisgeving aan te
nemen.
f. Verzoek van S. Zwierstra te Grouw om vergoeding ingevolge ar
tikel" 'TT der ïTagbrJQnderwi'jswet" 0.'
Van S. Zwierstra, voornoemd, is een verzoek ingekomen om
hem ingevolge artikel 13 Jer Lager-Onderwijswet 1920 een ver
goeding toe te kennen voor de kosten van vervoer van zijn
dochtertje, dat de school voor buitengewoon lager onderwijs
te Leeuwarden zal bezoeken.
Gezien de financiële omstandigheden van het gezin menen
Burgemeester en Wethouders, dat adressant voor de gevraagde
vergoeding in aanmerking komt, waarom wordt voorgesteld het
verzoek in te willigen.
g. Bezwaarschrift van W. Bosga te Warte na tegen een aanslag in
ÏÏi~ïïönd en'belast ing.
Van W. Bosga, voornoemd, is een bezwaarschrift ingekomen
tegen de hem over 1950 opgelegde aanslag in de hondenbelasting.
Adressant grondt zijn bezwaar op de omstandigheid, dat zijn
hond uitsluitend zou worden gehouden ten dienste van de land
bouw en nimmer los zou lopen 00 de openbare weg, in welk geval
de belasting op grond van de ter zake gel(3enflverordening tot
de helft zou kunnen worden verminderd.
--Waar--