De heer van der Mark gaat nog even in op het antwoord, van de Voor
zitter inzake een eventuele weigering van de kerkvoogden tot betaling
der bijdragen en vraagt zich af, of het indertijd gegeven advies voor de
tegenwoordige omstandigheden nog wel waarde heeft. De Voorzitter is van
mening, dat dit nog wel degelijk het geval is.
De heer de Visser merkt op, dat de houding van de kerkvoogdijen wel
wat soepeler mocht zijn, nu zij de gelegenheid hebben, iets cadeau te
krijgen. Z.i. ligt de moeilijkheid vermoedelijk te Roordahuizum, waar
men geen vertrouwen heeft in Burgemeester en Wethouders. Bij gemis aan
vertrouwen hoeft de gemeente volgens Spr. niet verder te gaan en dient
er een nieuw voorstel van de kerkvoogdijen te komen.
Ba nog enige discussie, waaraan wordt deelgenomen door Mevrout;
Halbertsma-Hijlkema en de heren Hondema, van der Mark en de Visser wordt
het voorstel in stemming gebracht en met de stemmen van de heren Hondema,
Dantuma, van der Mark en van de Lageweg tegen aangenomen.
Beroepschrift van A.de Groot, veehouder te Grouw. Laagland 68, tegen een
J^j2^^.,,V.s^^lij'^gjneester en "Wethouders tot weigering_ van een bouwvergmTT
Bi-Si-K?..
De heer de Visser zegt, dat dit beroepschrift op grond van de bepa
lingen van het uitbreidingsplan moet worden afgewezen en informeert in
verband daarmede, of het niet gewenst is, het uitbreidingsplan te wij
zigen.
De heer Dantuma betreurt het, dat het verzoek moet worden afgewezen,
omdat het hier een arbeiderswoning betreft en veel boeren moeilijkheden
ondervinden bij de personeelsvoorziening. Spr. geeft in overweging de
zaak zo in te kleden, dat er een oplossing komt.
De heer van der Hem vraagt, of er geen mogelijkheid is om van de
limiet van 50 meter af te komen, terwijl de heer van der Mark de sug
gestie doet, te onderzoeken, of door wijziging van het uitbreidingsplan
aan de geuite verlangens tegemoet kan worden gekomen.
De Voorzitter antwoordt, dat het voorstel op buitenstaanders een
bureaucratische indruk maakt. Eén van de grondslagen van de uitbreidings
plannen is, dat er in of bij de bebouwde kommen gebouwd wordt en dat de
grond buiten de kommen zoveel mogelijk maagdelijk wordt gehouden, zulks
mede om, lintbebouwing te voorkomen. Volgens het uitbreidingsplan dienen
de arbeiderswoningen in samenhang met de boerderijen te worden gebouwd.
Vandaar de grens van 50 meter. Het gevolg van de algemene richtlijn
is, dat een en ander in individuele gevallen soms vreemd aandoet. Afwij-
King van hot plan is evenwel niet mogelijk.
De vraag, of het uitbreidingsplan voor wijziging vatbaar is, is,
aldus Spr., door Burgemeester en Wethouders onder ogen gezien, doch in
verband met de moeilijkheden, die zich bij wijziging van een plan in
hoofdzaak voordoen, nog onbeantwoord gebleven.
De heer de Visser is van oordeel, dat men dit plan indertijd niet zo
had moeten vaststellen. Ten tijde van het vaststellen was de Raad op non.
actief, zodat deze zijn mening daarover niet heeft kunnen kenbaar maken.
De grens van 50 meter acht Spr. in wezen verkeerd, omdat dit doet
denken aan een vorm van lijfeigenschap. Het bouwen van blokjes Troningen
ten getalLe van vier of zes is volgens Spr. verkies-lijker.
Op de vraag van de heer Dantuma, wat or gebeurt, indien de raad goed-
pinstig op het beroepschrift beschikt, antwoordt de Voorzitter, dat hij
in dat geval het besluit ter vernietiging moet voordragon. Een zodanig
besluit acht Spr. niet gewenst, omdat de ra.ad zich daarmede een brevet
van onbekwaamheid geeft.
Wethouder de Jong toont zich beroid, de mogelijkheid van wijziging
van het plan in hoofdzaak in zijn algemeenheid nader te bozien, mede op
grond van de inmiddels veranderde situatie in verband met de wegaanleg.
Wethouder Zwart, er op wijzende dat men rekening heeft te houden met
de belangen der landbouwbedrijvon, sluit zich bij het standpunt van ziin
collega aan. 0
Hadat de Voorzitter heeft medegedeeld, zijn eigen opvatting mede te
zullen laten afhangen ven het advies ven de planologische dienst, wordt
zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
—Verzoek
