Na gewezen to hebben op de moeilijke verhoudingen, zowel op nationaal als internationaal gebied bepleit Spr. een voorzichtig financieel beleid. Nuttige en wenselijke werken zullen helaas niet tot uitvoering kunnen komen, gezien de uitgebeende begroting en de schuldenlast der gemeente. Spr. besluit net do wens, dat de gemeente bespaard nag blijven voor ram pen on dat de te nemen besluiten mogen strekken tot heil dor gemeente. De Voorzitter, de verschillende sprekers beantwoordend, merkt op, dat Burgemeester en Wethouders in onderhandeling zijn om de Moer tot vuilstort- j plaats tc bestemmen. De resultaten zijn totnogtoe niet erg bevredigend geweest, doch Burgemeester en Wethouders hopen op een oplossing. Wat de jachthavenkwestie betreft, duel Spr., mede, dat momenteel finan ciële deelname door de gemeente onmogelijk is, doch dat door wijziging van het uitbreidingsplan de mogelijkheid tot de bouw van schiphuizen door parti culieren zal worden geschapen. De benoeming; van een gene en te-timmerman hebben Burgemeester en Wethouders niet op eigen houtje bewerkstelligd, doch zij hebben indertijd machtiging van de raad verkregen om tot tijdelijke aanstelling van een tuinman over te gaan. Te zijner tijd kan de Raad een voorstel inzake de definitieve aanstelling tege moet zien. Van een genaakte fout bij de nog hang;ende onteigeningsprocedure tegen Dr, van Drooge is Spr. niets bekend. Spr. is voorts van oordeel, dat de heer van der Mark de heer Weijor geen dienst bewijst door de zaak hier aldus voor te stellen. De consequenties van de gevraagde inlichtingen komen dan ook voer rekening van dc heer van der Mark, Spr. geeft daarna oen uitvoerige uiteenzetting van de toedracht van dc met de heer Weijergevoerde onderhandelingen inzake overname van diens boerderij voor wegverbetering Daarbij komt tot uiting, dat van de zijde der gemeente een zo soepel mogelijke houding is ingenomen. Na het mislukken van een eerste poging werd aan de heer Weijer voorgesteld, dat elk der partijen een deskundige zou benoe men, die tot overeenstemming zouden trachten te komen. Bij gemis aan overeen stemming zou dan een derde deskundige worden benoemd, wiens uitspraak voor bei de partijen bindend zou zijn. Na vele tegenwerpingen ging de heer Weijer eindelijk met de benoeming van een deskundige accoord. De gemeente heeft zelfs om de heer Weijer ter wille te zijn nog een andere deskundige aangewezen. Met behulp van andere instanties heeft de heer Weijer er tenslotte in toe gestemd een derde deskundige, wiens uitspraak bindend zou zijn, te aanvaarden en er genoegen mede genomen, dat hij uiterlijk op 15 October 1950 de boerde rij zou ontruimen. Ondanks deze afspraak, heeft de heer Weijer zijn vee nog steeds in de boerderij ondergebracht. Spr. deelt verder mede, dat na benoeming van de derde deskundige bepaald is, dat de taxatie zou geschieden op basis van de uitkomsten van de 5 na oorlogse jaren, ook al weer om de eigenaar zoveel mogelijk tegemoet te komen. Als de heer Weijer thans nog belieft te beweren, dat thans nog geen overeen stemming is bereikt dan zal de onteigeningsprocedure worden doorgezet, waar van het resultaat voor de heer Weijer veel nadeliger zal zijn. Spr. is zich voorts niet bewust, dat door Burgemeester en Wethouders de landbouw- en watersportbelangen geschaad zouden zijn. Met betrekking tot de afdamming van de Meanawei zijn pro— en contra ar gumenten aan te voeren. Dat het voorstel tot afdamming is gedaan om het wa terschap te bevoordelen is Spr. onbekend. Er dient te worden afgewacht wat de Kroon ter zake zal beslissen. Doordat de neer van dor Mark niet wenst mede te werken aan de benoeming" van de armvoogdijbesturen, verzaakt hij zijn plicht als raadslid en handelt hij niet in het belang der gemeente. Spr. geeft de heer van der Mark in overweging de voorschriften er eens op na te lezen. Sprekende over de uitlating van de heer van der Mark betreffende de on macht van Burgemeester en Wethouders om de huishouding der gemeente te bestu ren, zegt de Voorzitter, dat de financiële positie in vergelijking met an dere gemeenten niet slecht is. De _„6~

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1951 | | pagina 20