/moeten Volgno.126 Volgno.IJl Vel;-no. 134 Ongenummer de post na volgno.144 Volgno.159 Volgno,l60 De heer van dor Mark moet de desbetreffende raadsverslagen maar eens volgen, al dus Spr. Het is Spr. niet duidelijk, wat de heer van der Mark bedoelt met een zich losmaken uit de eigen gedachtesfeer. Burgemeester en Wethouders/trachten ande ren te begrijpen en de Voorzitter geeft de heef' van der Mark in overweging het-r zelfde te proberen. Ha opgemerkt te hebben, dat de heer van der Mark door zijn aantijgingen de kloof met Burgemeester en Wethouders dieper heeft gemaakt, brengt de Voor*- zitt-er dank aan de heer Sijtema voor zijn waarderende woordon. wethouder de Jong, mede namens zijn collega sprekend, onderschrijft het betoog van de Voorzitter en is van mening, dat het geval Weijer door de heer van der Mark schromelijk wordt overdreven. Wij hebben getracht, aldus Spr., om de heer Weijer zoveel mogelijk schadeloos te stellen, omdat wij dat zagen als een gemeenschapsplicht. Uit het beroep van de heer van der Mark op de pers, om de gemeentenaren in te lichten, concludeert Spr., dat de heer van der Mark niet in het belang van de gemeente discussieert, doch voor de publieke tribune. Wat de Meanewei betreft, betreurt Spr. het, dat niet allen dezelfde mening- zijn toegedaan. Door de tegenstanders van de afdamming worden de raadsleden echter verdacht gemaakt. Op een vergadering te Warga werd een der voorstanders een knecht van het grootkapitaal genoemd, terwijl Spr. persoonlijk werd ver weten, dat hij vergeten was, uit welk nest hij gekropen was. Het is Spr. erg tegengevallen, dat een persoon als de heer van der Mark zo ver kon gaan. Ten aanzien van de vermindering dor bijdragen, verschuldigd door de Kerk voogdijen merkt Spr, op, dat de uitslag der begroting duidelijk aantoont, dat Burgemeester en Wethouders geen ander standpunt hebben kunnen innemen. De Kerkvoogden zullen nu te eeuwigen'dage' de bijdragen verschuldigd zijn, waarvoor het nageslacht hen zeker niet dankbaar zal zijn. De toon van de heer van der Mark is volgens Spr. zeker niet bevorderlijk voor de goede verstandhouding in de raad. De fractie van de Partij van de Ar beid heeft steeds rekening gehouden met de minderheden, omdat wij, aldus Spr. ons stellen op democratische basis. Wanneer de democratie door anderen echter zal worden gebruikt om die om hals te brengen, dan dienen tijdig de nodige maatregelen te worden genomen. Artike1sgewijze behandeling. Op een desbetreffende vraag van de heer van der Mark antwoordt de Voorzit ter, dac het verschil tussen de raming en de werkelijke uitgaaf te wijten is aan het feit, dat over 1949 geen nota wegens kosten van verzending van dienst- stukken werd ontvangen. De heer van der Mark vraagt, of de opgesomde abonnementen strikt nodig zijn, waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit inderdaad het geval is om op de hoogte van de vakliteratuur te blijven. Op een vraag van-de hear van der Mark antwoordt de Voorzitter, dat deze post bestemd is vo^r vergoeding van door het gemeentebestuur gemaakte reis kosten. De heer Sijtema vraagt, of er dit jaar geen post voor verificatie van kas en boeken behoeft te worden uitgetrokken. De Voorzitter antwoordt, dat- deze post naar hoofdstuk 16 is overgebracht. De he ex Sijtema bepleit plaatsing van een waarschuwingsbord, strekkende om de toegang tot het schoolplein te Warga gedurende bepaalde uren te verbie den, zulks teneinde vernieling tegen te gaan. De Voorzitter antwoordt, dat te zijner tijd een voorstel betreffende het plaatsen van waarschuwingsborden zal worden gedaan. De hèer Sijtema, veronderstellend, dat het afzetten van wakken door de ijswegencentrale geschiedt, bepleit verhoging van het aan deze centrale toe komende subsidie met het op deze post uitgetrokken bedrag. De. Voorzitter 1-icht üöe, dat het afzetten der wakken door de gemeente wordt verzorgd. Dit gebeurt echter niet eerder dan dat de ijsbaan^officieel geopend is. Volgno. 158.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1951 | | pagina 21