—Id
's Zondagsnamiddags sportbeoefening en festiviteiten toelaat. Do Voorzitter
merkt in dit verband op, dat er oen nieuwe Zondagswet aanhangig is, welke
misschien mogelijkheden zal bieden voor betere handhaving van de Zondags
rust
De heer Sijtema merkt op, dat hij indertijd bij de behandeling van de
Me an e we i kwe s t i e de indruk heeft gekregen, dat men hot niet zo erg vond,
dat de jeugd naar de stad trok, Is dit thans voor Grouw wel erg, zo vraagt
Spreker.
De Voorzitter antwoordt, dat indien de jeugd natuurschoon wenst, die
plaatselijk niet te vinden is, deze elders zoekt. In dit geval wil de jeugd
de bioscoop en als die hier gesloten wordt, zal men deze zoeken, waar die
wel is en dat is in de stad.
Op oen desbetreffende vraag van de heer van der Mark geeft de Voorzit
ter ten antwoord, dat de exploitant vrij blijft in het bepalen van de toe
gangsprijs. Dit is een kwestie van koopmanstactiek.
De heer Hondema geeft in overweging, om, wanneer blijkt, dat door doze
verlaging het bezoek stijgt, te zijner tijd weer tot een verhoging der be
lasting te besluiten, zonodig in samenwerking met andere gemeenten. Spreker
is van oordeel, dat, wanneer de gemeenten onder dwang van de exploitant tot
verlaging besluiten, dit op de duur tot ongewenste toestanden leidt.
De heer Dantuma acht splitsing van de Zondag in de aangegeven zin prin
cipieel niet mogelijk, doch Spreker zegt, het standpunt van de Voorzitter
te kunnen begrijpen, al blijft helaas het feit bestaan, dat een minderheids
groep daarbij geen gebruik van de film kan maken.
De heer Miedcma informeert naar de mogelijkheid, om het agendapunt aan te
houden tot overeenstemming met andere gemeenten is bereikt, Spreker geeft
toe, dat sluiting financieel nadeel voor de gemeente betekent, doch als alle
gemeenten een zelfde gedragslijn gingen volgen zou misschien een meer be
vredigende oplossing kunnen worden gevonden.
De Voorzitter antwoordt, dat uitstel van deze zaak niet aanbevelens
waardig is, omdat het seizoen dan verloopt, terwijl bovendien de uitslag
van een eventueel overleg met andere gemeentebesturen dubieus is. Spreker
acht het daarom beter, thans een beslissing te nemen en te zijner tijd deze
aangelegenheid opnieuw te bekijken.
De heer Dantuma vraagt, of de verlaging met het oog op de uitkeringen
uit het gemeentefonds verantwoord is.
De Voorzitter zegt, dat de gemeentaiindertijd gedwongen waren, het
door de Minister gebiste percentage aan<belasting te heffen. Uit het feit,
dat op een verlaging in andere gemeenten de goedkeuring van hogerhand is
verkregen, mag men afleiden, dat men thans wat soepeler is geworden.
De heer van de Lageweg acht het gewenst, de verordening voorlopig onge
wijzigd te handhaven en de zaak na-der te bespreken, waarop de Voorzitter
te kennen geeft, dat het vacuum overbrugd dient te worden.
Onder voorwaarde, dat over deze aangelegenheid nog eens contact met
andere gemeenten zal worden opgenomen en te zijner tijd eventueel op de
zaak teruggekomen zal worden, wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
overeenkomstig het voorstel besloten.
13Voorstel tot aankoop van het Tehuis voor Ouden van Dagen te Grouw.
De Voorzitter licht toe, dat het hier een koop met gesloten beurs be-
/koop- treft. De/som zal bij de gemeente worden belegd, die hiervan rente moet
betalen. Het bedrag daarvan wordt echter weer in mindering gebracht op het
gemeentelijk subsidie, dat de armvoogdij ontvangt. Het gebouw kost de ge
meente op deze manier niets.
De hoer Wartena vraagt zich met een verwijzing n§ar de situatie in Warga
af, of het niet verstandig is, dat een stichting ter exploitatie van een
dorpshuis het gebouw aankoopt en de gemeente zich bepaalt tot het verlenen
van subsidie. Spreker ziet het nut van een dorpshuis zeer wel in, doch wan
neer men conform het voorstel handelt, schept men verplichtingen met be
trekking tot andere dorpen.
In verband met het streven naar bezuiniging, dat in de huidige omstandig
heden in het middelpunt van de belangstelling staat, is Spreker enigszins
huiverig voor de verdere gevolgen van deze overname, waarom hij informeert,
wat de gemeente nog meer denkt te doen dan de aankoop van het gebouw.
—De—