De gemeentewet bevatte te dien aanzien wel enkele voorschriften. De
grondgedachte van de - inmiddels vervallen - wettelijke regeling was, dat
de boeken en kas van de gemeente-ontvanger en de zgn. sub-ontvangers peri
odiek (tenminste eenmaal per kwartaal) door Burgemeester en Wethouders
werden opgenomen. De Raad kon evenwel aan Burgemeester en Wethouders de
bevoegdheid geven het opnemen van de boeken en kas aan een lid van hun col
lege of een daartoe aangewezen deskundige op te dragen. In de practijk is
van deze bevoegdheid ruim gebruik gemaakt.
In deze gemeente wordt de contröle dan ook reeds door een deskundige
uitgeoefend, t.w. het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Ad
viezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Ten aanzien van het onderzoek van de gemeenterekening, de rekeningen
van de Burgerlijke Armbesturen en de rekeningen van de takken van dienst
(grondbedrijf en electriciteitsbedrijfwas slechts voor de bedrijfsreke-
ningen deskundige contröle voorgeschreven. In deze gemeente geschiedde deze
door het Accountantsbureau Kramer te Leeuwarden.
Hoewel onverplicht, was de contröle op de gemeenterekening als verant
woordingsstuk van de ontvanger aan eerstgenoemd verificatiebureau opgedra
gen.
Bij de in de aanhef genoemde wet zijn in de gemeentewet o.m. de vol
gende wijzigingen aangebrachts
1. Bij het overleggen van do gemeenterekening aan de Raad moet een verslag
van een onderzoek naar de deugdelijkheid der rekening worden gevoegd.
Dit onderzoek moet worden ingesteld door een aangewezen deskundige,
2. De gemeenterekening moet in het vervolg binnen een door Gedeputeerde
Staten te bepalen termijn na het sluiten van het diensjaar, waarop zij
betrekking heeft, aan de Raad worden overgelegd. Vóór de wetswijziging
was deze termijn in de wet vastgelegd(binnen 7 maanden na afloop van
het jaar, waarop de rekening betrekicing heeft).
3. Bij de rekeningen van de bedrijven moet eveneens een verslag van een
onderzoek naar de deugdelijkheid, der rekening, ingesteld door de aan
gewezen deskundige, worden overgelegd. Volgens de thans vervallen re
dactie van artikel 265 der gemeentewet dienden de cijfers der bedrijfs-
rekeningen door een buiten de tak van dienst staande boekhoudkundige
deugdelijk te worden verklaard.
4. In de vierde titel van de tweede afdeling van de gemeentewet is in een
nieuw(derde) hoofdstuk een vijftal bepalingen met betrekking tot de
contröle opgenomen (artt. 265bis t/m 265 sexies).
Artikel 265bis bepaalt, dat de Raad regelen moet vaststellen met be
trekking tot de contröle op het geldelijk beheer en de boekhouding
van de ontvanger en van de andere in deze regelen te noemen ambtenaren
der gemeente, met geldelijk beheer en met boekhouding belast.
In dit raadsbesluit, dat aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten
is onderworpen, dient bovendien te worden vermeld aan welke instanties
de contröle wordt opgedragen, terwijl tenslotte een tijdvak moet wor
den bepaald, waarin het onderzoek ten minste eenmaal moet geschieden.
Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel, dat voor een gemeente
van deze omvang de meest geschikte oplossing wordt gevonden, indien
wordt aangesloten bij de bestaande toestand. Dat wil dus zeggen, dat
het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Ver
eniging van Nederlandse Gemeenten als contröle-orgaan wordt aangewezen.
Voor het electriciteitsbedrijf evenwel is het gewenst, een uitzondering
te maken. De contröle op deze administratie is, zoals vermeld, opgedra
gen aan het Accountantsbureau Kramer te Leeuwarden, welk bureau zich
op bevredigende wijze van zijn taak heeft gekweten. Nu de mogelijkheid
bestaat, dat het electriciteitsbedrijf binnen afzienbare tijd zal wor
den overgodragenaan de provincie, komt het Burgemeester en Wethouders
overbodig voor te dezen aanzien nog veranderingen aan te brengen. Op
dit punt ware dan ook de bestaande opdracht te handhaven.
De in concept bij de stukken gevoegde regelen voldoen aan boven
vermelde wettelijke eisen.
Voorgesteld"wordt éezó vast te stellen.