3 7Voorstel tot wijziging vai de verordening tot regeling van het armwezen. Zoals reeds in de toelichting op het vorig agendapunt werd vermeld, zijn bij de wet van 13 December 1950 (Stbl, no. K 575) i*1 3.e armenwet bepalingen opgenomen met betrekking tot de contröle op de boekhouding en het geldelijk beheer van de functionarissen van de instellingen van weldadigheid. In afwijking van de totnutoe gevolgde gedragslijn dient de contröle thans aan een speciaal daartoe aangewezen deskundige te worden opgedragen terwijl Burgemeester en Wethouders, Gedeputeerde Staten en het betref fende armbestuur wettelijk bevoegd worden te allen tijde een onderzoek naar het geldelijk beheer en de boekhouding in te stellen. De contröle door de deskundige moet blijkens de wetswijziging op ge zette tijden, nader te bepalen in de ter zake door de Raad vast te stel len regelen geschieden. De ambtenaren van de instellingen van weldadigheid, in casu van de burgerlijke armbesturen, zijn verder ingevolge de wet verplicht om inzage te verstrekken van de kas, boekhouding en bescheiden. Tenslotte is bepaald, dat voortaan, evenals zulks bij de gemeente rekening het geval is, bij de rekeningen der burgerlijke armbesturen een verslag dient te wordon overgelegd van een onderzoek naar de deug delijkheid, ingesteld door de met de controle te belasten deskundige. Burgemeester en Wethouders achten het gewenst, de contröle op het geldelijk beheer en de boekhouding, zomede het onderzoek van de rekening op te dragen aan het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Ad viezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten te s-Gravenhage. Naar het oordeel ven Burgemeester en Wethouders kan in het algemeen worden volstaan met een halfjaarlijkse contröle. De redactie van de bij de stukken gevoegde eonceptregelen, welke blijkens de wetswijziging in het reglement der instellingen - in casu de verordening op het «nwezen- moe ten worden verwerkt, laat overigens voldoende ruimte, om de frequentie op te voeren, indien daaraan behoefte mocht blijken te bestaan. Voorgesteld wordt genoemde regelen, welke aan de wettelijke eisen voldoen, vast te stellen. 8Voorstel tot wijziging van de statuten van de Stichting "Friesmar-Hiem" t e Grouw. De Hoofdingenieur-Directeur van de Wederopbouw en Volkshuisvesting in de provincie Friesland acht wijziging van de statuten van bovenver melde stichting op een enkel punt noodzakelijk. De beperking van ck. toelating in het tehuis tot de ingezetenen der gemeente is volgens de Hoofdingenieur-Directeur niet geoorloofd, temeer niet, nu de bouw mogelijk is geworden door extra-toewijzing van bouw volume en het tehuis min cf meer een streekkarakter heeft gekregen. Tegen het verlenen van voorrang aan de ingezetenen van Idaarderadeel bestaat in het algemeen geen bezwaar. Verder dient in de statuten tot uitdrukking te worden gebracht, dat de diverse woningen verhuurd zullen worden tegen huurprijzen, welke in totaal gelijk zijn aan de door de Minister van Wederopbouw en Volkshuis vesting vastgestelde huur. De door het bestuur dor stichting vast te stellen voorwaarden, aan de opname te verbinden, moeten voorts aan de goedkeuring van genoemde Minister worden onderworpen. In het bij de stukken gevoegde concopt-besluit is aan de geuite wensen tegemoet gekomen. Burgemeester en Wethouders achten het tenslotte gewenst, deze ge legenheid tevens te benutten om de statuten aan te passen aan het bepaal de in de wet van 13 December 1950» (Stbl, no. K575) inzake de contröle op het geldelijk beheer en de boekhouding der Stichting alsmede inzake het onderzoek van de rekening. Voorgesteld wordt hot overgelegde concept-besluit, waarin een en ander is verwerkt, tot besluit te verhef!en.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1951 | | pagina 5