2
De Voorzitter antwoordt de heer Dantuma, dat dit niet beslist noodzakelijk
is ten aanzien van een commissie als deze, vooral ook omdat het de benoeming
van een plaatsvervangend lid betreft. Bovendien is het van belang, dat elk
lid in de gelegenheid wordt gesteld, deel uit te maken van de commissie.
Hierna wordt overgegaan tot stemming.
De heer Sijtema wordt benoemd met 12 stemmen, 1 stem is blanco.
Op een desbetreffende vraag van de Voorzitter, deelt de heer Sijtema
mede, dat hij de benoeming.aanneemt onder dankzegging voor het in hem ge
stelde vertrouwen.
8. Voorstel tot beschikbaarstelling van het gebouw der ÏÏ.L.Q.school met bijbe
horende grond aan de Verenig!ng voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs
voor Grouw en omstreken.
De heer van der Mark kan het optimisme in het voorstel omtrent de bouw
van een nieuwe U.L.O.school niet delen en vraagt, welke reële mogelijkheden
er zijn, om binnenkort een nieuwe U.L.O. school te bouwen.
De Voorzitter antwoordt, dat de toename ven het aantal leerlingen der
lagere school zo groot is, dat er nu reeds één parallel-klas is en er volgend
jaar een tweede parallel-klasse moet worden gevormd. Als dit zo doorgaat,
zal de oude lagere school dus te weinig ruimte bieden om naast de daarin
ondergebrachte U.L.O.school een deel van de leerlingen der lagere school
onder te brengen. Er zal dan gebouwd moéten worden.
Mevrouw Halbertsma-Hijlkema, die zich ten aanzien van de bouw van een
nieuwe U.L.O.School ook niet optimistisch toont, informeert, hoeveel lokalen
van de oude lagere school straks ongebruikt blijven.
De Voorzitter zegt, dat nog 3 lokalen beschikbaar blijven.
Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
9. Voorstel tot het aangaan van een rekening-courant-overeenkomst met de N.V.
Hank voor Nederlandse Gemeenten te 1s-Gravenhage
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
10Voorstel tot yaststelling van de waarde dor eigendommen van het gemeente
lijk grondbedrijf in verband" met periodieke hertaxatie.
De heer van der Mark merkt op, dat het grote verschil tussen de boekwaar-
/en de de/schattingswaarde der eigendommen naar n\jn mening is gelegen in het feit,
dat het land tegen een te hoge prijs is aangekocht. Verschillende percelen
zijn aangekocht tegen een prijs van f.0.85 per M2, terwijl de waarde van
bouwland slechts pl.m. f.0.30 bedraagt. Verder begrijpt hij niet, dat de in
getreden loom- en prijsverhogingen zoveel invloed hebben gehad als Burge
meester en Wethouders in hun toelichting doen voorkomen.
Tenslotte acht Spr. het van belang, om voortaan met het aankopen van
bouwterrein niet te vrachten totdat de behoefte daaraan is ontstaan, doch
vroegtijdig grotere percelen aan te kopen, waardoor gunstige voorwaarden
kunnen worden bedongen.
De Voorzitter, ae bespreker beantwoordende, zegt het met betrekking tot de
aankoopprijs met de heer van der Mark eens te zijn. In de toekomst moet bij
de aankoop een te hoge prijs worden vermeden.
De loon- en prijsverhoging zijn, volgens spreker, inderdaad van invloed
geweest. De kosten van straataanleg zijn daardoor enorm gestegen.
De opmerking omtrent vroegtijdige voorziening in bouwterrein, kan de
Voorzitter volkomen onderschrijven, omdat daardoor wordt vermeden, dat de
gemeente later eventueel in een dwangpositie zou kunnen geraken, waarbij geen
voordelige voorwaarden kunnen worden bedongen. De Voorzitter acht het grote
verschil tussen de boekwaarde en de schattingswaarde overigens niet alarme
rend en vervracht in de toekornjt bet -.re resultaten, vooral ten aanzien van het
opgespoten terrein.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel be
sloten.
11Voorstel tot wijziging van de Verordening op de heffing van reinigingsrech
ten.
De heer van der Mark vindt 15 man-uren voor het ledigen van een beerput
wel wat veel. De exploitatie zou zijns inziens gemakkelijker en nuttiger
gemaakt kunnen worden, indien de boeren deze putten zouden leeghalen om de
inhoud op net land te werpen.
De heer Dantuma vraagt, of het niet economischer is een auto aante
schaffen, die de putten leegzuigt.
De Voorzitter antwoordt de heer van der Mark, dat de door hem gedane
suggestie niet voor uitvoering vatbaar is, omdat het deponeren van de inhoud
van beerputten op de landerijen niet geoorloofd is,