--2 Het adres van de Vereniging "Plaatselijk Belang" en het actie comité moet men, volgens spreker, laten voor wat het is. Van die zij de wordt gozegd, dat het gehele plan tot afdamming afkomstig is van een agrarisch groot-bedrijf, waarmee men het bedrijf van Spreker bedoelt, omdat dit bedrijf een groot belang bij de afdamming zou hebben. Met klem protesteert hij tegen een dergelijke insinuatie. Hij is te Grouw geboren in een eenvoudige woning in een steeg, heeft lang op Labangewoond en hoewol hij thans een flink bedrijf van 40 H.A, heeft, gevoelt hij zich nog altijd een kleine boer. Ten aanzien van het bedrijf van H, Leinum erkent de heer de Vis ser de moeilijke situatie, waarin deze bij afdamming sou geraken. Spreker laakt verder de beschuldigingen van notaris de Boer, optre dende ils lasthebber van een drietal boeren, als zouden de dijken van ude Grote Krite" zijn afgegraven. De waarheid is, dat een 20 jaar geleden een stukje dijk is afgegraven, omdat dat te hoog lag en voor de gebruiker te ongemakkelijk was. De bewering, dat S.G. Hoekstra e.a, de Meanewei gebruiken om langs deze weg hun klanten te bedienen, noemt hij een grove leugen. A. Weima vervoert inderdaad brandstof langs het water, doch dit vervoer kan ook langs de weg geschieden. Ook begrijpt hij niet, welke belangen de scheepswerf van der Werff daar heeft. Tenslotte zegt spreker, dat er vanzelfsprekend enkele personen nadelen van de afdamming zullen ondervinden, doch daartegen over staan vele en grote voordelen» De Voorzitter zegt, dat de houding van de beide raadsleden, die het Comité van Actie hebben gefeliciteerd, hem niet verbaast. Ook hijzelf hoeft het comité gelukgewenst. V/ij betreuren het, dat het zo gelopen isdoch men moet de zaak sportief opvatten. De heer van der Mark merkt, naar aanleiding van het betoog van de heer de Visser op, dat de plaats voor de verdediging van deze zaak, de Raad van State is. De belangen zijn daar zijns inziens op zake lijke gronden verdedigd. Hij vindt het jammor, dat de voorstanders van het Raadsbesluit voor de Raad van State niet met tegen-argumenten zijn verschenen, omdat dit college dan de juistheid der argumenten had kunnen toetsen. Volgons Spreker laat de heer de Visser het voorkomen, alsof de Raad van State leugens zijn voorgedragen. Spreker acht deze in het openbaar geoefende critiek op het beleid voor de Raad van State een belediging voor dat college. Hij noemt vervol gens nog de namen van een tweetal boeren, n.l, Castelein en Hovenga, die ook grond van de dijken hebben gegraven, met elkaar wel een 400 a 500 metor. Hij beschouwt dit alles echter mosterd na de maal tijd. V/ij zullen het hierover wel niet eens worden en kunnen onze tijd beter aan andere dingen besteden. De heer van dor Hem begrijpt niet, dat het hem kwalijk wordt ge nomen, dat hij het actiecomité heeft gefeliciteerd. Hij voelt zich niet gebonden aan het besluit van de "oude" raad en is steeds voor stander geweest om de Meanewei te behouden. De heer van de Lageweg is dezelfde mening toegedaan als de heer van der Hem. Ook hij heeft het comité gelukgewenst, niet echter met de vernietiging van het raadsbesluit, maar met het behoud van de Meanewei"." De heer Hondema hoeft vele persoonlijke meningen gehoord. Deze zaak mag echter nie-t een twistappel blijven. ITu dit alles achter de rug is, acht hij het van mcor belang, dat met klem wordt aange drongen op de voltooiing van het werk aan de weg Grouw-Wartena. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders reeds bezig zijn de voortzetting van het werk mot spoed te bevorderen. De heer Dantuma is het opgevallen, dat de argumenten van het actiecomité wel bij de Kroon naar voren zijn gebracht, maar dat noch van de zijdo van de provincie, noch vanwege de gemeente het standpunt is verdédigd. Waarom is dit niet geschied? De Voorzitter antwoordt, dat dit punt aanvankelijk wel is overwogen. Waar even wel de argumenten van de Raad voldoende schriftelijk zijn medegedeeld en geen nieuwe argumenten naar voren konden worden gebracht, is geen vertegenwoordiging naar de Raad van State gezonden. Bovendien lag het in de eerste plaats op de weg van Gedeputeerde Staten om deze zaak te verdedigen. --/chteraf— i

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1951 | | pagina 11