Spoedeisende openbare vergadering van
de Raad der gemeente Idaarderadeel op
Donderdag 12 Februari 1953 1svoor-
middags 9 uur.
Aanwezig: Mevr. P.CHalbertsma-Hijlkema en de heren L. Zwart, J.ïï.de
Visser, Joh.van der Meer, R.Wartena, A. Honderna, B. Dantuma,
Joh.G.van der Mark, H.van de Lageweg, P. Si.jtema en J.Miedema.
Afwezig met kennisgeving: Wethouder de Jong en de heer P.van der Hem.
Voorzitter: Mr. C.P. Renken, Burgemeester.
Secretaris: D. Smits.
De Voorzitter deelt in zijn openingswoord mede, dat een spoed
eisende vergadering om tweeërlei redenen nodig werd geacht;
1e. voor een bespreking over "adoptie" van een van de rampgemeenten
in het Zuiden van ons land, met welke bespreking haast moet wor
den gemaakt wegens de aldaar heersende nood.
2e. voor de behandeling van het voorstel inzake het aangaan van een
geldlening, waarover met enige spoed een beslissing dient te_
worden genomen om te voorkomen, dat bij een mogelijke verhoging
van de rentestandaard in verband met de noodtoestand, niet tegen
het heden aangeboden percentage kan worden geleend.
Vervolgens stelt hij aan de orde punt 1
1Potuien.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten de vaststelling van
de notulen van de vergadering van 26 Januari 1953 aan te houden tot
de volgende vergadering.
2. Ingekomen stukken.
Tonder discussie en zonder hoofdelijke stemming worden de stuk
ken, genoemd onder a t/m d, overeenkomstig het voorstel, voor ken
nisgeving aangenomen.
3Voorstel tot het aangaan van een geldlening.
De heer van der Mark betreurt het, dat erdoor de huidige nood
toestand voor èen bepaalde categorie -de bankiers- de mogelijkheid
bestaat profijt te trekken van deze toestand en dat we straks een^
stijging van de rente kunnen verwachten. De overheid neemt thans in
het getroffen gebied maatregelen om te beletten, dat een ander zich
niet kan verrijken aan de nood van de getroffenen. Spreker vraagt,
of de regering voor de geldmarkt niet dusdanige maatregelen kan tref
fen. Hij zou deze aangelegenheid gaarne in de raad willen bespreken,
opdat de raad een fel protest kan laten horen tegen de minderwaar
dige "praktijken die uit deze noodtoestand kunnen voortvloeien.
De Voorzitter meent, dat een bespreking van de door de heer van
der Mark bedoelde maatregelen niet in de raad thuis behoort. Dit
is een zaak van de regering; de gemeente heeft hiermede niet te maken.
Eventuele besprekingen hierover dienen in de Tweede Kamer te geschie
den.
De heer de Visser ziet niet in, dat deze zaak niet in de raad
mag worden"aangeroerd. Hij vindt de uitspraak van de Voorzitter wel
wat simpel.
- -De--