Uf*-
Openbare vergadering van de Raad
der gemeente Idaarderadeel op Maandag
13 April 1953s 's voormiddags 9 uur.
Aanwezigs Mevr.P.CHalbertsma-Hijlkema en de heren S.de Jong, L.Zwart, Joh.van
der Meer, R. Wartena, A. Hondema, E. Dantuma, Joh.G.van der Mark,
H.van de Lageweg, P.van der Hem en J. Miedema.
Af viezig (met kennisgeving) de heren J.W.de Visser en P. Sijtema,
Voorzitters Mr.C.N. Renken, burgemeester.
SecretarisB. Smits.
Punt 1. Notulen.
De notulen van de vergaderingen van 26 Januari en 12 Februari 1953 wor
den onveranderd vastgesteld.
2Ingekomen stukken.
De stukken genoemd onder a t/m d -worden overeenkomstig het voorstel,
aangenomen, voor kennisgeving.
Ten aanzien van het sub c genoemde adres zegt de heer Miedema, dat
hij over de schoolbouw te Roordahuizum gaarne in een besloten zitting
enige opmerkingen ml maken.
De heer van der Hem geeft in overweging twee plannen te doen ontwer
pen, een plan voor de bouw van een nieuwe school en een plan tot verbouw
van het bestaande gebouw.
Voorzitter antwoordt, dat reeds opdracht tot het maken van twee
plannen is verstrekt.
De heer Hondema verzoekt het college veel aandacht te schenken aan
de speelgelegenheid en in het plan van de verbouwing een ruime speel
plaats te projecteren, waardoor dit vraagstuk voldoende wordt opgelost.
Hierna wordt, zonder hoofdelijke stemming, overeenkomstig het voor
stel, besloten, het adres om advies in handen te stellen van Burgemeester
en Wethouders,
3. Voorstel tot wi.izigina' van het besluit van 31 Mei 194-3 inzake deelname
in de verwaarborgingsregeling der Fraude-Risico-Onderlinge van Gemeenteiu
voorstel besloten.
4» Verzoekschrift van het bestuur van de Vereniging "Dorpsbelangen" te War
tena tot de aanleg van een kade met los- en laadplaats, aldaar.
De heer wartona betoogt, dat er in het dorp (Wartena) te weinig aan
legplaatsen voor schepen zijn. Kleine vaartuigen, pleziervaartuigen,
kunnen nog wel ligplaats vinden, maar vrachtschepen moeten dikwijls
aanleggen aan de Rogsloot, wat zeer bezwaarlijk is? omdat het land daar
zeer laag is en de mensen, zodra het water even stijgt, niet meer op de
wal kunnen verkeren. Hoewel hij met Burgemeester en Wethouder^ van mening
is, dat van het maken van een overslagplaats kan worden afgezien,
nu Drachten door een nieuw kanaal wordt verbonden meent spreker, dat
toch meer aanlegplaatsen moeten worden geschapen om aan de behoefte te
kunnen voldoen. Zou het plan van de wegomlegging niet in die zin kunnen
worden gewijzigd, vraagt spreker, dat de bestaande kade wordt vergroot
en opnieuw verhard en bestraat? Het is toch zo, dat gebruikers van
diverse percelen recht van reed hebben naar de weg ten behoeve van de
voorziening van hun landerijen. Hoe moeten de gebruikers dier percelen
de nodige grondstoffen aanvoeren?
Zender discussie en zonden hoofdelijke stemming/'cvereenkomstig het
Wethouder-