Wat de consequenties van de invoering der nieuwe regeling voor
de individuele ambtenaren betreft, merken wij op, dat van de 34
ambtenaren - de burgemeester, die eveneens tot de regeling kan
worden toegelaten, inbegrepen - zich 26 vrijwillig bij de A.N.O.Z.
of het Algemeen Provinciaal Pries Ziekenfonds hebben verzekerd.
De verschuldigde premie hiervoor bedraagt voor hen, hun echtgenoten
en kinderen tot 16 jaar momenteel in totaal f.96,72 per jaar, van
welk bedrag hun de helft of f.48,36 op grond van de vigerende Tij
delijke Ziektekostenverordening( interimregeling) door de gemeento
wordt vergoed. Zij genieten hiervoor de verstrekkingen, vermeld
in de voor ter inzage liggende wegwijzer op Ziekenfondsgebied
en wéke overeenkomen met die van de verplicht verzekerden.
Een 7-tal ambtenaren heeft zich alleen tegen ziekenhuis verpleging
verzekerd bij particuliere maatschappijen, terwijl een enkeling zelf
het risico draagt.
Voor practisch alle ambtenaren betekent de invoering der regeling
een financieel nadeel, dat varieert van f.6,02 tot f.90,54 per
jaar.
De ambtenaren en werklieden dezer gemeente zijn desondanks in
het algemeen van oordeel, dat invoering van de nieuwe regeling aan-
w beveling verdient, omdat:
1. zij daarmede da status van particulier patiënt verkrijgen;
2. voorkomen moet worden, dat de ambtenaren, v^ier rechtspositie in
het algemeen uit de sociale wetgeving voor particuliere werkne
mers is gelichtpensioenregeling, wachtgeldregelingkindertoe -
slagregeling e.d.), daarin ten aanzien van de ziektekostenvoor
ziening zouden worden betrokken bij de te zijner tijd in te voe-
/nieuwe renAettelijke regeling.
3. zij ter wille van het adagium "draagt elkanders lasten", waarop
de nieuwe regeling is gebaseerd, de nodige solidariteit dienen
te betrachten.
4. tegenover de franchises, met behulp waarvan een deel der kosten
door de ambtenaren zelf moet worden betaald, als sluitstuk op
de nieuwe regeling een bepaling in hot Algemeen Ambtenarenregle
ment wordt opgenomen, volgens welke maximaal 5$ van zijn salaris
ter zake van ziektekosten voor zijn rekening blijft.
Van terzijde heeft een enkeling wel de opvatting gehuldigd, dat
aan invoering der nieuwe regeling zolang de interimregeling geldt,
goen behoefte bestaat, en dat deze zaak eerst bij het vervallen dier
regeling urgent zou worden.
Het komt ons echter voor, dat de kwestie aldus niet juist wordt
gesteld. De interimregeling heeft slechts een tijdelijk karakter -
voor wat deze gemeente betreftloopt zij af uiterlijk 1 Januari
1954- en dient zo spoedig mogelijk door een definitieve voorziening
te worden vervangen ter voldoening aan een rechtsplicht, welke op
de gemeentebesturen rust.
De nieuwe regeling moet derhalve op haar algemene merites worden
beoordeeld, zonder in de eerste plaats te letten op de voor- of
nadelen, welke uit de regeling voor een bepaalde ambtenaar indivi
dueel,.zou voortvloeien.
E kan dan worden vastgesteld, dat men streeft naar een, door
de gemeentebesturen in Friesland gemeenschappelijk te treffen, be
vredigende regeling ten aanzien van de ziektekostenvoorziening,
welke voor alle amhtenaren gelijke verstrekkingen waarborgt en waar
in iedere ambtenaar naar verhouding van zijn salaris(met een maximum
van 2% van f.10000.-) bijdraagt. Zal een dergelijke regeling kans
-van-