ssr„rde z-e-
-4-
De heer de Visser zegt, dat de bezwaren tegen de Woensdagmiddagsluiting
vóór de vaststelling der verordening hadden moeten blijken. Volgens Spreker
is inderdaad door een gedeelte van de winkelstand te Grouw een andere middag
(Dinsdagmiddag) gevraagd, maar de meerderheid in de gehele gemeente en het
advies van de Kamer van Koophandel hebben tenslotte de doorslag gegeven voor
de Woensdagmiddagsluiting. Voorts hebben zij ook niet voldoende beseft, dat
het een wet van Meden en Perzen zou zijn. Spreker vindt het altijd beter ten
halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Wij moeten op sociale gronden vasthou
den aan de halvedagsluiting, ook voor Grouw, maar met een uitzondering voor
de zomermaanden.
Hierna voeren verschillende leden nogmaals het woord.
De heer Hondema betreurt, dat er geen overeenstemming is bereikt tussen
de G.W.H.I. en de winkeliers der andere dorpen. Spreker meent, dat hieruit
blijkt, dat de onderlinge verstandhouding tussen de winkeliers te wensen
overlaat. Voorts legt hij er de nadruk op, dat de sociale maatregel van de
halvedagsluiting door het voorstel niet in het gedrang komt. De voorstellers
hebben de verschillende belangen tegen elkaar afgewogen en zijn daarbij tot
de conclusie gekomen, dat deze zaak als een algemeen belang kan worden gezien
Door het voorstel wordt, naast de sociale belangen van de winkeliers, tevens
het algemeen belang gediend.
De heer de Visser meent enkele onwaarschijnlijkheden in het betoog var. de
voorzitter te hebben beluisterd. Onder meer wordt de indruk gevestigd, alsof
de winkeliers in de andere dorpen niet voldoende oog hebben voor het toerisme
in Grouw, Daarmede is spreker het niet eens. De winkeliers in de buitendorpen
beseffen zeer goed, waar het de Grouwster winkeliers omgaat. Voorts is opge
merkt, dat de Grouwster winkeliers niet hadden verwacht, dat de regeling in
het seizoen streng doorgevoerd zou worden. Spreker vindt zulks zeer naïef en
kan deze houding niet begrijpen.
Voor hem staat vast, dat de Grouwster winkeliers te kort geschoten zijn.
Dat moet men maar voor lief nemen. Hij vindt het beneden de "standing" van de
Raad, ter wille van een zodanige kwestie de verordening maar weer te wijzigen
De heer Dantuma wijst op het onderscheid tussen Grouw en de rost van de
gemeente. Een inwoner van Roordahuizum heeft weinig belang bij openstelling
van de winkels op Woensdagmiddag. Voor Grouw, speciaal voor de toeristen is
dit toch anders.Vat is er dan op tegen, dat in Grouw in de zomermaanden de
winkels op Woensdagmiddag geopend zijn?", vraagt spreker. "Er wordt daarmede
toch ook een gemeente belang gediend".
,?e^lle?r van dGr JAark is verheugd te vernemen, dat het niet in de bedoeling
g ingevoerde sociale maatregel teniet te doen# In zoverre zou hij met
het voorstel kunnen meegaan. Daarenboven moet het voor spreker vaststaan,
a door openstelling van de winkels te Grouw geen concurrentie wordt aange
daan aan de winkeliers in de andere dorpen, die dan gesloten zijn.
De heer Sijtema bestrijdt de voorzitter in diens uitlating, dat men in
Grouw wel een andere middag dan de Woensdagmiddag wilde sluiten. Dit is vol-
f+niBt ?thlCl ju;Lst* Wat de onderlinge verhouding tussen de winke-
moeder n h hlJ.op' dat deze beter is dan de heer Hondema doet ver
moeden. De besprekingen m federatief verband kunnen daarvan getuigen.
r, J1® toeristen door de winkelsluiting Grouw zullen weren, gelooft hij
z°etaPreker> dat te Var ga gevreesd wordt voor oneerlijke concur-
SnSuer°Lmde ZT T tegengaan? Indien een^ouXr
keiier op de bewuste middag gaat venten in het randgebied van de ovonVe
dorpen, den ken men van overheidswege daar niets tegen doen.
-De heer Dantuma-