het Rijk is, niet kan delen.Indien naast de zorg voor de normale dienst
vervulling ook de geestelijke en morele verzorging va-n de militairen
geheel tot de taak van het Rijk gaat behoren,dan zou daarmede een staats
bemoeiing worden geschapen,welke niet gewenst moet worden geacht.Spreker
is van oordeel,dat dit als een zaak van particulier initiatief moet wor
den beschouwd en zal daarom tegen het voorstel stemmen.
De Voorzitter antwoordtdat Burgemeester en Wethouders ook van mening
zijn,dat d'e hier bedoelde taak op de weg van particuliere instanties
ligt,dus niet uitsluitend tot de Rijkstaak bestempeld moet worden.De
Stichting van de Militaire Tehuizen is ook uit particulier initiatief
voortgekomen.Uit het feit,dat aan deze instellingen rijkssubsidie wordt
verstrekt,blijkt,dat het Rijk zich hier van een plicht bewust is,Het
gaat hier echter om de vraag:wie subsidiëren moetïhet Rijk of de gemeen
ten. Burgemeester en Wethouders menemhet Rijk.Uit budgetair oogpunt is
het voor de gemeente niet mogelijkalle aanvragen om financiële steun,
afkomstig van alle mogelijke instellingen,werkzaam^op verschillend ge
bied, in te willigen.Indien de gemeente in financiële moeilijkheden
zou geraken,moet zij weer een beroep op het Rijk doen.Wij draaien op
dio wijze in cirkel rond.Waar bovendien op royale wijze militaire uit
gaven worden gedaan,kan het Rijk de subsidie aan de genoemde tehuizen
zeker wel verhogen.
De heer van den Berg merkt nog op,dat het standpunt van Burgemeester
en Wethouders dus niet uitsluitend een principiële kwestie is,zoals het
praeadvies doet veronderstellen.Voorts meent spreker,dat het Rijk voor
de Militaire Tehuizen al veel doet.Onlangs heeft hij een radio-redeter
gelegenheid van de opening van een nieuw tehuisbeluisterd,waarin cijr
fers werden genoemd omtrent de subsidiëring dier instellingen.Hierbij
is hem gebleken,dat het Rijk zeer grote bedragen voor dit doel besteedt.
Spreker zegt,dat het hier gaat om de geestelijke verzorging van jonge
mensen,die nog zoveel geestelijke steun nodig hebben.Hij verklaart zich
tegen het voorstel.
De Voorzitter antwoordtdat er op dit terrein meerdere bonden en in
stellingen werkzaam zijn: o.m.de R.K.Bond, de Humanitische Bond, enz.
Ook op ander-terrein werkzame verenigingen kloppen bij -de gemeenten
om steun aan.Burgemeester en Wethouders/"willen de consequentiesdie uit
^J$£f|ninwilliging van het onderhavige verzoek,niet riskeren.De gemeente dient
zich in deze tot de strikt noodzakelijke gevallen te beperken.
Met de stemmen van de heren Van den Berg,Van der Hem,Dantuma en Van
de Lagoweg tegen,wordt conform het voorstel besloten.
lw Voorstel tot vaststelling van een verordening strekkende tot verbetering
van de financiële p'ösitie van het gemeentepersöneel 1955»
De heer J.Sjoerdsma zegt,dat het voorstel hem niet bevredigt,omdat
de denivellc-ring naar zijn mening te ver doorgevoerd is met het gevolg,
dat de verschillen tussen de beloningen van het lagere personeel en die
der hogere ambtenaren veel te groot worden.Als wij zien met welke bedra
gen de hogere lonen worden verhoogd,terwijl de laagst gesalarieerdon met
96 cent per week genoegen moeten nemen en de vaklieden met f.1,44,dan
schuilt hierin een grote onbillijkheid ten opzichte van het lagere per-
fgnvak-soneel.In het bij zonder/worden,naar sprekers mening in ons land veel te
leden paag bezoldigd. Waar over het ontwerp van deze salarisverbetering in het
Centraal overleg ha veel moeite overeenstemming is bereiktheeft zijn
fractie zich tenslotte bij het voorstel neergelegd,zij het dan,dat het
niet van harte gaat.
De heer van den Berg kan zich geheel met het voorstel verenigen en
geeft aan op welke gronden hij tot die conclusie is gekomen.Spreker
stelt voorop,dat het als een winstpunt moet worden beschouwd,dat na de
bevrijding de lagere lonen relatief het meest zijn verhoogd.Dat was,ge-
-zien-