--2--
De vergadering ging hiermee toen accoord. Spreker vindt de verhou
ding in Warga goed. De politiek behoort buiten deze commissies te
blijven.
De heer Vrieserna meent, dat men in Farga ook niet naar de poli
tieke stromingen heeft gezien.
De voorzitter antwoordt, dat ingevolge de verordening de leden
dienen te worden benoemd uit vertegenwoordigers van de werkgevers,
werknemers, huiseigenaren, huurders enz. Automatisch zullen bedoel
de stromingen dan wel vertegenwoordigd zijn. Kan men een en ander
gunstig combineren, dan des te beter. Wenst men een samenstelling
louter op politieke basis,dan zal de Partij van de Arbeid verreweg
de meerderheid verkrijgen. Wat de geestelijke stromingen betreft,
ligt de zaak iets: anders. Hier zou volgens Spreker differentiatie
zijn toe te juichen, al is het niet noodzakelijk.
De heer van den Berg zegt, dat, wanneer de zaak zo scherp ge
steld wordt, hij het gewenst acht, dat ook de vrijzinnige stroming
vertegenwoordigd is. De heer de Jong heeft destijds als lid bedankt.
Jede op grond hiervan beveelt hij de heer Jansma gaarne aan. Tegen
de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde candidaat heeft hij
overigens geen enkel bezwaar.
De heer Dantuma meent, dat het meer een kwestie van aanvoelen
is. Wij hebben nu eenmaal met verschillende stromingen te kampen,
evenals in het gehele land. Een politiek zaakje behoeft er eigenlijk
niet van te worden gemaakt.
De heer Wartena stelt zich voor, dat men in Warga blij is, dat
men met enkele candidaten heeft kunnen komen. Neemt men deze niet,
dan vermoedt hij, dat men zal zeggen "stik met de boel". Overigens
voelt ook hij wel iets voor het door de heer van den Berg gesprokene.
Hierna wordt tot stemming overgegaan. De heer J.M. Terpstra wordt
benoemd met 9 stemmen; op de heer Jansma worden 2 stemmen uitge
bracht, terwijl 1 stem ongeldig is.
4. Voorstel tot intrekking van instructies voor het -personeel van de
gewezen gemeenschappelijke keuringsdienst voor vee en vlees met de
gemeente Rauwerderhem.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten,
5. Verzoek van K, Zetzema te Grouw om herziening van de hem ongelegde
aanslagen in de reinigingsrechten.
De heer van den Berg heeft met belangstelling het voorstel van
Burgemeester en Wethouders gelezen. Spreker vraagt of de fout bij
de reinigingsdienst ligt.
De Voorzitter antwoordt, dat betrokkene zelf dit had moeten door
geven.
De heer Hondema meent, dat dergelijke mutaties aan de reinigings
dienst worden" opgegeven. Spreker acht dit niet juist. Een schrif-
telijke mededeling aan Burgemeester en Wethouders verdient de voor
keur. Hij is het met de heer van den Berg eens, dat de algemene
gang van zaken niet bevredigt.
De Voorzitter antwoordt, dat op belanghebbenden de plicht rust
aangifte te doen. Het is nu moeilijk na te gaan waar de fout ligt.
De heer van den Berg vraagt zich af, of, aangezien het dubieus
is wie hier de fout heeft gemaakt, er geen morele gronden aanwezig
zijn om de aanslag alsnog te wijzigen.
-De--