-8-
het aantal aanvragen voor schiphuizen en zomerhuisjes van de laatste jaren
hem niet precies bekend is. Vast staat evenwel,dat er een grote behoefte is.
Het gaat hier om de gelegenheid te scheppen voor de bouw van schiphuizen.
Het denkbeel^van de heer van der Hem om de zomerhuisjes meer verspreid in
de vrije natuur te bouwen, lijkt spreker niet juist.Het streven gaat tegen
woordig juist in andere richting: concentratie van zomerhuisjes, teneinde het
natuurschoon te sparen. Burgemeester en Wethouders hebben de mogelijkheid
van het weer bevaarbaar maken van de Spokesloot onderzocht. Een oplossing in
die richting zou echter betekenen, dat we de paarden achter de wagen gingen
spannen. De laatste jaren toch zijn wij bezig de vaarten zoveel mogelijk af
te sluiten ter wille van besparing op dijkonderhoud, terwijl voorts wegen
naar de boerderijen worden aangelegd. Daarom verdient een dergelijke oplossing
geen aanbeveling. De heer Miedema heeft terecht opgemerkt, dat de gemeente de
gelegenheid niet moet laten voorbij gaan.Dat is zeer juist. Wanneer een andere
gemeente ons voor is, zou dit voor de kansen in onze gemeente zeer nadelig
kunnen zijn.
Indien de heer Hondema een vergelijking wil maken met een recreatieoord op
de Veluwe, waar de zaak naar zijn mening veel gemakkelijker ligt, omdat daar
reeds bossen en ander natuurschoon aanwezig zijn, terwijl hier nog alles moet
worden aangelegd, dan kan spreker wijzen op enkele terreinen in Noord Holland,
welke door eenvoudige beplanting tot prachtige recreatie-centra zijn gegroeid.
De heer Sjoerdsma: "Bijvoorbeeld het Bosplan van Amsterdam"
De vraag, wat de inkomsten en uitgaven van het plan zullen zijn,komt thans niet
in bespreking, gaat de Voorzitter voort. Of uivoering van dit plan financieel
mogelijk zal zijn, dient later te worden beoordeeld. Het gaat hier uitsluitend
om de "papieren" mogelijkheid.
Spreker acht het vanzelfsprekend, dat het onderhavige plan andere plannen,
zoals de verbetering van de toegangswegen naar Grouw,niet in de weg mag staan.
Die plannen moeten te zijner tijd normaal doorgang kunnen vinden.
De mening van de heer van den Berg, dat de gemeente aan een principiële
beslissing gebonden zou zijn,is niet geheel juist. Indien dit plan practisch
niet uitvoerbaar zal blijken, dan kan er toch een wijziging worden overwogen.
Wat de bezwaarschriften van de ïïargaster midenstand betreftmeent spreker,
dat appellanten de juistheid van de motieven en cijfers dienen aan te tonen.
Het ligt niet op de weg van .et gemeentebestuur om dit te onderzoeken. Over
amusement of recreatie kan men van mening verschillen. In dit verband wijst
hij er op, dat hij geen vergelijking met de Veluwe heeft gemaakt,doch slechts
geadviseerd heeft eens te kijken, hoe een goed recreatieoord op de Veluwe
wordt geëxploiteerd. In een recreatieoord als wordt voorgesteld komen natuur
lijk in de eerste plaats watertouristen. Maar er komen ook anderen, zie bij
voorbeeld in Loosdrecht. Het tourisme gaat steeds meer in de richting van
"zichzelf helpen" in tenten, caravans of bungalows, wat minder kostbaar is
dan het verblijf in hotels.
De Voorzitter zegt verder,dat hij de heer van den Berg het geloof niet
kan geven, dat men van modderberging in de Meer heeft afgezien. Indien dit
plan inderdaad nog zou bestaan, zou dit zeer nadelig voor Warga zijn. Bij de
uitvoering van het voorgestelde plan zal inderdaad cultuurgrond vernietigd
moeten worden, maar geen 100 pondemaat. Vele terreinen kunnen echter vóór
de tijd, dat ze gebruikt moeten worden, gemaaid worden. Men schreeuwt om
productie, maar ook om recreatie.
V/at de bezwaarschriften van de heren Veenstra en Snoek betreft,zegt
spreker, dat alleen als bezwaar overblijft, de vraag, of het overblijvende
terrein op den duur door de pachters zal kunnen worden gebruikt.Theore
tisch kunnen Burgemeester en Wethouders dat niet garanderen,hoewel dit
-practisch-